Auteur:

Gepubliceerd op: 21-10-2022

(geactualiseerd 22-11-2022)

Als een gemeente zelf een omgevingsvergunning nodig heeft, bij wie moet ze die dan aanvragen? Daarover bestaat plots juridische onzekerheid door een recente uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb). Het gaat over bijvoorbeeld industrieterreinen, stadontwikkeling of nieuwe wegen. (opgesomd in bijlage III bij het MER-besluit) Terwijl het decreet de provincie bevoegd maakt voor dergelijke dossiers als er effectief een milieueffectrapport (MER) nodig is (art. 15/1 Omgevingsvergunningsdecreet), oordeelt de RvVb nu dat dit ook zo moet voor dossiers die slechts “screeningsplichtig” zijn, waar de omgevingsambtenaar nog moet oordelen of een MER nodig is.

De Europese MER-richtlijn laat toe dat aanvrager en beslisser tot hetzelfde overheidsniveau behoren, maar vereist wel dat de overheid dan “een passende scheiding aanbrengt tussen conflicterende functies” (art. 9bis Richtlijn 2011/92/EU van 13 december 2011)

Het decreet deed dit op twee manieren:

  1. Als er effectief een MER nodig is, dan moet een gemeente haar aanvraag indienen bij de provincie (art. 15/1 Omgevingsvergunningsdecreet)
     
  2. Als het slechts “screeningsplichtig” is, dan mag een overheid haar eigen aanvraag behandelen maar de omgevingsambtenaar moet dan beslissen of een MER nodig is, niet het vergunningverlenend orgaan (art. 20, 2e lid Omgevingsvergunningsdecreet)

Die tweede oplossing zou in strijd zijn met de Europese regels omdat volgens de RvVb een gemeentelijke omgevingsambtenaar “redelijkerwijze niet ‘op objectieve wijze’ kan oordelen” of een MER nodig is. De RvVb vindt dat ook die dossiers naar de provincie moeten.

Dat de aanvrager niet de gemeente zelf is maar het autonoom gemeentebedrijf is (een aparte rechtspersoon met een apart bestuur) is blijkbaar ook onvoldoende als functiescheiding.

We vernemen dat de provincie en SOGent (vergunningaanvrager) tegen de uitspraak naar de Raad van State zijn gestapt.

Het Departement Omgeving heeft op 22 november een advies uitgebracht over de gevolgen van deze uitspraak op korte termijn. Zij stellen voor dat de provincie bevoegd is voor dergelijke dossiers : als de gemeente of een autonoom gemeentebedrijf de initiatiefnemer en aanvrager is van een project waarvoor een mer-screening nodig is, en het schepencollege zou de bevoegde overheid zijn, dan moet dit dossier "in beginsel" in eerste administratieve aanleg worden ingediend bij en onderzocht door de provincie.

(foto van de zgn. wasserijsite waarover de uitspraak ging, gemaakt door Veerle De Houwer voor Onroerend Erfgoed)

Steven Verbanck