Auteur:

Gepubliceerd op: 18-02-2022

Voorafgaand aan de goedkeuring van sommige plannen en projecten moet de impact van het plan op mens en milieu worden nagegaan. Een dergelijke milieurapportage wordt vaak gezien als een lastig te nemen hindernis, terwijl het eigenlijk een onderzoek zou moeten zijn dat daadwerkelijk leidt tot het best denkbare plan en project. Daarom wordt de milieueffectenrapportage gemoderniseerd. De Vlaamse regering keurde een conceptnota met de grote principes goed.

Een van de problemen is dat niet altijd duidelijk is of een milieueffectenrapport (MER) moet worden opgemaakt. Met andere woorden: het toepassingsgebied is onduidelijk. De conceptnota geeft aan dat de rapportageverplichting enkel geldt voor zover het plan rechtstreeks doorwerkt in de besluitvorming van vergunningen, zoals bijvoorbeeld sectorale voorwaarden voor windturbines. Ook regelgeving kan soms onder een plan-MER-plicht vallen. De te wijzigen regelgeving zal straks duidelijker aangeven in welke gevallen dat noodzakelijk is. Daarnaast kan het natuurlijk zinvol zijn om toch vrijwillig een milieueffectenrapport op te maken, ook al is dat wettelijk niet verplicht.

Wat betreft de bevoegdheid wordt als de conceptnota werkelijkheid wordt, de rol van de bevoegde overheid versterkt. Het team MER neemt geen formele beslissingen meer in de verschillende onderdelen van de MER-procedure, zoals over de samenstelling van het team of de goed- of afkeuring van het ontwerpnota, maar geeft louter advies, zowel over de reikwijdte en het detailleringsniveau (scopingsadvies) als de kwaliteit van het milieueffectenrapport.

De kwaliteit van de rapportage moet omhoog, concludeert de conceptnota. De Vlaamse regering wil dit bereiken door de oprichting van een Vlaams expertisecentrum milieurapportage, in lijn met wat de Vlaamse dienst MER nu al doet. Het expertisecentrum stelt informatie, goede praktijken en voorbeelden beschikbaar, in het bijzonder voor lokale besturen. Bovendien wordt het erkenningssysteem van MER-coördinatoren en MER-deskundigen geoptimaliseerd en het Kenniscentrum zet in op begeleiding van hen.

Vervolgens is het de bedoeling de screening te vereenvoudigen; de screening zelf wordt teruggebracht tot de essentie. Daar waar Vlaanderen strenger is dan dat volgens Europese regelgeving noodzakelijk is, wordt die regelgeving aangepast.

  • Een screening helpt de overheid te beslissen of de effecten van een plan of project dermate aanzienlijk zijn dat daadwerkelijk een milieueffectenrapport moet worden opgemaakt. Er zullen initiatieven worden genomen om de milieueffectrapportage voortaan zoveel mogelijk te integreren in het plan – of vergunningsproces, zoals bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen of regionale mobiliteitsplannen al het geval is.
  • De bestaande mogelijkheid om een ontheffing van de opmaak van een milieueffectenrapport aan te vragen, ondanks dat er betekenisvolle impact op mens en milieu is, wordt afgeschaft.
  • Als een milieueffectenrapport wordt opgemaakt wordt eerst nagegaan wat de inhoud van het milieueffectenrapport moet zijn, met andere woorden wat de relevante aanzienlijke milieueffecten zijn. Dit wordt de scoping genoemd. De conceptnota geeft aan dat een gerichte scoping een ‘gedeelde’ verantwoordeijkheid is van de overheid, adviesinstanties, MER-coördinatoren, MER-deskundigen en het expertisecentrum. Het voorstel van scoping wordt door de initiatiefnemer voor advies voorgelegd aan de adviesinstanties en het expertisecentrum. Eventueel kan hiervoor een niet verplicht openbaar onderzoek worden gevoerd.

Tenslotte wordt ingezet op digitale werking. Zo zal een digitale screening- en scopingstool ter beschikking worden gesteld. Die moet o.a. gemeenten ondersteunen in het nagaan of een milieuffectenrapport noodzakelijk is en waarop dit rapport dan moet focussen.

Verdere traject

Er wordt een stuurgroep opgericht die de uitwerking van de aanpassing van de regelgeving moet begeleiden, maar gemeenten zitten hier niet mee aan tafel. Begin 2023 moet de aangepaste regelgeving, de digitale ondersteuning en de oprichting van het expertisecentrum rond zijn.

Wat vind jij? 

Heb je bedenkingen bij hoe de milieueffectenrapportage wordt aangepast? Laat het ons weten via Xavier Buijs.

Xavier Buijs