Auteur:

Gepubliceerd op: 19-08-2020

De periode van tijdelijke werkloosheid wordt normaal gezien niet gelijkgesteld met een gewerkte periode voor de opbouw van het aanvullend pensioen. Bijgevolg zijn de dekkingen voor het aanvullend pensioen niet meer verworven wanneer de arbeidsovereenkomst geschorst is.

Volgens recente wetgeving kan het personeelslid tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of de economische impact van de coronacrisis echter toch tot 30 september 2020 genieten van pensioenopbouw. Voorwaarde hierbij is dat de premie doorbetaald wordt en dat het lokaal bestuur (de inrichter van de pensioentoezegging) niet afziet van deze gelijkstelling.

Indien het bestuur de periode van tijdelijke werkloosheid niet valideert voor de pensioentoezegging, moet het bestuur dit laten weten aan zijn pensioeninstelling (pensioenverzekeraar of instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, ook wel pensioenfonds genoemd). Deze melding moet gebeuren binnen een termijn van 30 dagen nadat het bestuur hierover door de pensioeninstelling op de hoogte werd gebracht. Besturen aangesloten bij de FPD-pensioentoezegging (de vroegere VVSG-RSZPPO-pensioentoezegging - de Federale Pensioendienst is hier de rechtsopvolger van de RSZPPO) mogen nog reageren tot 30 september 2020.

Maar ook als het bestuur de periode van tijdelijke werkloosheid valideert voor de opbouw van het aanvullend pensioen, is het voor de verdere opvolging belangrijk om dit aan de pensioeninstelling te laten weten.

Er zijn dus drie situaties mogelijk:


Situatie 1:

In het bestuur werd geen tijdelijke werkloosheid wegens corona toegekend. De hierboven aangehaalde kwestie is dus niet relevant voor het bestuur. Het bestuur kan deze kwestie aan zich laten voorbijgaan (en de pensioeninstelling laten weten dat de problematiek zich in het bestuur niet stelt).

Mocht er vóór 30 september toch nog tijdelijke werkloosheid wegens corona worden toegekend, zal het bestuur alsnog onder situatie 2 of 3 vallen.   

Situatie 2:

Het bestuur gaat akkoord om de periode van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de corona-epidemie te valideren voor de pensioentoezegging. Welke stappen moet het bestuur nemen?

  1. Het bestuur laat zijn beslissing om de periode van tijdelijke werkloosheid te valideren, weten aan zijn pensioeninstelling. Ook wanneer het bestuur niets aan zijn pensioeninstelling heeft laten weten, zal de periode van tijdelijke werkloosheid verzekerd worden, maar voor de verdere opvolging (zie punt 3 en 4 hieronder) is het aangewezen om de pensioeninstelling op de hoogte te brengen.
  2. Het bestuur brengt het contractueel personeel op de hoogte van deze beslissing. Dat is een verplichting volgens art. 9 §6 van de wet.
  3. Het bestuur maakt zelf - al dan niet in overleg met een sociaal secretariaat - de nodige premieberekeningen om de trimestriële DMFA-aangifte aan te passen. Dat vergt een manuele ingreep die de pensioeninstelling helaas niet in de plaats van het bestuur kan doen. Voor besturen aangesloten bij het FPD-pensioenplan wordt momenteel gewerkt aan duidelijke adviezen zodat de wijze van premieberekening voor alle aangeslotenen identiek zal verlopen. Van zodra de werkwijze gevalideerd is door Belfius Insurance, Ethias en de RSZ, zullen de sociale secretariaten hiervan in kennis worden gesteld en kunnen de trimestriële aangiftes vervolgens aangepast worden. Voor de andere besturen stemt de pensioeninstelling met het bestuur af over de wijze van premieberekening en premiebetaling. Indien de premieaangifte via de DMFA gebeurt, maakt het bestuur zelf, al dan niet in overleg met een sociaal secretariaat, de nodige premieberekeningen.
  4. Het bestuur wijzigt het kaderpensioenreglement (bijv. met een bijlage) tegen 31 december 2021. Voor de besturen aangesloten bij het FPD-pensioenplan zal er door de pensioeninstellingen Belfius Insurance en Ethias nog een concreet tekstvoorstel uitgewerkt worden. 

Situatie 3:

Het bestuur wenst de periode van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de corona-epidemie niet te valideren voor de pensioentoezegging. Ter info: de eventuele overlijdensdekking blijft hoe dan ook behouden tot en met 30 juni 2020 (art. 9 §5, tweede lid van de wet). Binnen het FPD-pensioenplan zal de aangeslotene bij overlijden bovendien steeds de verworven reserves uitbetaald krijgen, ook nà 30 juni. 

Welke werkwijze moet het bestuur in situatie 3 volgen?

  1. Het bestuur laat de keuze om de periode van tijdelijke werkloosheid niet te verzekeren, weten aan zijn pensioeninstelling (art. 9 §5 van de wet).
  2. Het bestuur brengt het contractueel personeel op de hoogte van deze keuze. Dat is een verplichting volgens art. 9 §6 van de wet.

De juridische basis vind je terug in de Wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, BS 18 mei 2020. Inforum nr. 336214

Marijke De Lange