Auteur:

Gepubliceerd op: 15-12-2023

Vanaf 6 januari gaat de nieuwe regeling Basisbereikbaarheid in. Hoe dat loopt, hangt niet af van de lokale besturen, wel van de Vlaamse overheid. Die moet veel duidelijker communiceren en zich flexibel en wendbaar opstellen.

 

Vervoerplannen met duidelijke voorwaarden

Onze steden en gemeenten hebben de afgelopen jaren samen met Team Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) (het Departement MOW, De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer) constructief meegewerkt aan de uittekening van Basisbereikbaarheid in de schoot van de vervoerregio. De vervoerregio’s hebben een adviserende rol voor het kernnet (hoofdlijnen van De Lijn) en een beslissende rol voor het aanvullend net en het Vervoer op maat (flexbussen en deelfietsen). Ze keurden het openbaar vervoerplan goed op voorwaarde dat aan alle voorwaarden is voldaan en het vervoer op maat (flexvervoer) dus ook operationeel moet zijn.

Lokale besturen en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) staan, zoals voorheen, in voor de halte-infrastructuur op het openbaar domein en voor de aanpassingen aan de haltes in functie van de Toegankelijkheid. Personeel en rollend materiaal om de dienstregeling te vervullen, is de taak van de interne operator De Lijn.

 

Duidelijke communicatie is cruciaal

Als reiziger heb je het recht om goed te weten hoe je traject vanaf 6 januari loopt. Vandaag vertrekt de communicatie vooral vanuit de bedrijfsfilosofie van De Lijn, wat slechts een deel van het verhaal is. Wie communiceert over de kernnetlijnen moet óók vertellen dat er vervoer op maat is voor de zogenaamde blinde vlekken en hoe dat dan werkt. Zo niet krijg je polarisatie en miscommunicatie. En dat is jammer, op de vooravond van een nieuw systeem. Het Vlaams beleid moet duidelijke instructies voor een transparantie informatieflow geven aan de betrokken partijen. Zo heeft de VVSG in haar overlegmomenten met de Vlaamse overheid altijd gevraagd dat het Departement Mobiliteit en Openbare Werken communiceert over het volledige nieuwe net (kernnet, aanvullend net en flexvervoer).

 

Pragmatische aanpak

De lokale besturen staan het dichtst bij de inwoner en reiziger. Ze gaan voor pragmatisme en doen alles wat binnen de budgetten en hun bevoegdheden ligt om de dienstverlening te verzekeren. We stellen vast dat sommige beleidsverantwoordelijken de lokale besturen vandaag onterecht met de vinger wijzen.  Enige terughoudendheid zou correcter zijn. Tenslotte moet éénieder zijn verantwoordelijkheid dragen. Het is nodig dat alle spelers alle energie nu gebruiken voor een vlotte operationele uitrol. Steden en gemeenten gaan er ook van uit dat de Vlaamse overheid aanpassingen die na 6 januari nodig blijken, doorvoert.

 

Vervoerregio’s 2.0

Lees de volledige VVSG-standpuntnota om de werking van de 15 vervoerregio’s te verbeteren.

Michiel Apers