Auteur:

Gepubliceerd op: 24-06-2022

Het is maar één van de cijfers die Opgroeien publiceert in zijn rapport over de kinderopvang in 2021. In gans Vlaanderen maakt 26,9% van de kinderen gebruik van een opvangplaats in een andere gemeente. In de gemeenten Arendonk en Antwerpen wordt meer dan 95% van de kinderen die opvang gebruiken  in de eigen gemeente opgevangen. In de gemeenten Grobbendonk en Horebeke gaat het om minder dan 30%. Dat heeft niet noodzakelijk met het aanbod ter plaatse te maken, eerder omdat de opvang dichter bij huis ligt of onderweg naar het werk. Soms sluit het tarief ook beter aan bij de mogelijkheden van het gezin.

Uit het jaarrapport blijken ook grote verschillen in wat ouders gemiddeld voor een dag betalen in een inkomensgerelateerde opvang: in gemeente Sint-Martens-Latem bijvoorbeeld is dat gemiddeld 19,13 euro voor een dag en in de stad Antwerpen ligt dat gemiddeld slecht op 11,36 euro.

Cijfers over kinderopvang op maat van de gemeente
Opgroeien publiceert in zijn jaarrapport nog meer opvallende en voor lokale besturen interessante cijfers op maat van de gemeente:

  • Het aantal plaatsen en locaties opvang baby’s en peuters en wat is de evolutie, telkens ook opgesplitst naar ouderbijdrageregeling (inkomensgerelateerd of niet), vergunningstype (groepsopvang, gezinsopvang of groepsopvang samenwerkende onthaalouders) en subsidietrap. Aantal gesubsidieerde plaatsen ook.
  • Aandeel kinderen dat formele opvang gebruikt of net niet (naar leeftijd van het kind, kansarmoede en origine van de moeder), berekend als momentopname voor september
  • Aandeel kinderen dat formele opvang gebruikt of net niet (naar leeftijd van het kind, kansarmoede en origine van de moeder), berekend als terugblik sinds geboorte
  • Leeftijd waarop kinderen starten in de formele opvang
  • Hoeveel van de kinderen die formele opvang gebruiken in eigen gemeente worden opgevangen en ook uit welke gemeenten kinderen komen die opvang gebruiken 
  • Hoeveel kinderen met IKT attest per dag betalen in de opvang met inkomenstarief
  • Hoeveel kinderen een IVT hebben en over welke situaties gaat het dan
  • Aantal starters en stoppers in de kinderopvang

Voorbeeld van dashboard met lokale cijfers

Gebruik kinderopvang
De cijfers van Opgroeien tonen dat zes op de tien baby’s en peuters tussen 2 maanden en 3 jaar tijdens hun prille levensfase toevertrouwd worden aan een kinderopvanginitiatief. In Vlaams-Brabant is dat aandeel met 60,2% het laagst, in West-Vlaanderen het hoogst. Daar gaat het om meer dan zeven op de tien kinderen (73,6%). Voor het eerst is er ook zicht op de instapleeftijd van baby’s en peuters: 58,9% van de kinderen was jonger dan 6 maanden bij de start van de opvang, 12,9% is ouder dan een jaar.

Twee derde van de opgevangen kinderen maakt gebruik van groepsopvang. Dat aandeel stijgt ieder jaar. Kinderen die niet in een groepsopvang terecht komen, kunnen bij een onthaalouder terecht. Uit de cijfers blijkt ook dat er nog wel altijd een groot verschil is in gebruik tussen belgen, niet-belgen, niet-kansarmen en kansarmen. 


Aantal plaatsen

Het aantal beschikbare opvanglocaties klokte eind 2021 af op 6.340, goed voor 94.681 vergunde plaatsen voor baby’s en peuters. Dat is ongeveer hetzelfde aantal als een jaar eerder (94.924 in 2020). Globaal gezien zijn er nog ongeveer 45 plaatsen per 100 kinderen tussen 0 en 3 jaar. Elke plaats wordt uiteraard gebruikt door meer dan 1 kind (vandaag is dat gemiddeld 1,11 kinderen per plaats).

Kinderen gaan gemiddeld 263 dagen naar de opvang in de eerste 3 levensjaren. Dat gemiddeld aantal opvangdagen daalt naar 188 voor niet-Belgen die kansarm zijn.

Het aantal plaatsen met inkomenstarief is ook gestegen (+183). Het aandeel plaatsen waar ouders een inkomenstarief betalen is nu meer dan 76% van het totale aantal plaatsen, in 2014 was dat nog 73,4%. Eind 2021 bedroeg het gemiddelde dagtarief aan inkomenstarief 14,78 euro.

Meer info: https://www.opgroeien.be/cijfers-en-publicaties/kinderopvang-babys-en-peuters

Ann Lobijn