lokaal_20230401_35_water.png
Provider image

Eind januari riep de Vlaamse Vereniging voor Bestuur en Beleid Marleen Porto-Carrero uit tot Overheidsmanager van het jaar 2022. Sinds 2016 is zij directeur van Farys, de intercommunale met opdrachthoudende activiteiten zoals drinkwater, sanering en sportaccommodaties in vooral Westen Oost-Vlaanderen en een deel van VlaamsBrabant. Daarnaast is Farys als aankoopcentrale een dienstverlener

Een aantal weken later is ze nog altijd even blij met haar nieuwe titel. Deze ervaring is er een van once in a lifetime: ‘Het was ongelooflijk. Die avond was grondig en heel discreet voorbereid, en hing vol positiviteit. Ik kreeg een lawine aan reacties. Ik heb een tijd op wolkjes gelopen, en samen met mij ook de medewerkers en de bestuursleden van Farys, iedereen was even trots. Sindsdien zeggen ook een aantal bestuurders dat ze het fijn vinden om met mij te mogen werken.’

 

Na elf jaar AZ Jan Palfijn Gent werd u in 2016 directeur van Farys, een intercommunaal nutsbedrijf dat toen in een moeilijke periode zat. Hoe ging dat?
‘Farys zat op dat moment al in een transitie, van federale voogdij kwam het onder Vlaamse voogdij en moest het voldoen aan het decreet lokaal bestuur. Vroeger was elke gemeente, of vennoot, vertegenwoordigd in de raad van bestuur, van die 85 bestuurders mochten er maar vijftien overblijven. Dat alleen die vijftien de beslissingen zouden nemen, was een schok. We hebben regionale adviescomités opgericht waarin wel alle gemeenten zich konden laten vertegenwoordigen, maar dan zonder presentiegeld.’

 

En hoe hebt u Farys weer op de rails gekregen?
‘Tijdens die reorganisatie heb ik de gelegenheid gehad om alles in het juiste vakje te steken, want mensen kunnen beter om met duidelijkheid dan met onduidelijkheid. Vereenvoudigen verbetert de sfeer.’

‘Na de vorige verkiezingen hebben we een nieuw bestuur gevormd en de kans gegrepen om een nieuwe strategie uit te werken en uit te dokteren wat we wilden doen. Toen ik aantrad, was Farys aan het verbreden, de aankoopcentrale was pas opgestart. We hebben dan alles conform gemaakt aan het decreet lokaal bestuur. Met het personeel en de vijftien bestuursleden, plus de leden van het Bureau waarin de politieke partijen elk een lid voordragen, schreven we een nieuwe missie en visie en kregen we het mandaat om alle bestaande activiteiten uit te breiden en te verdiepen. We mochten ook nieuwe vennoten aantrekken. Daar kwam bij dat we alle activiteiten moesten innoveren aan de hand van de nieuwste technieken en inzichten, want je kunt nu eenmaal niet klimaatneutraal worden met de klassieke middelen. Bovendien mochten we bij elke zinvolle samenwerking die zich aandiende, de kans grijpen om het netwerk te verbreden. Dat kader van verdiepen, innovaties en allianties bood een aantal aanknopingspunten waarmee je verder kunt.’

‘Uiteraard moet ook je onderbouw goed zijn. Ik heb me daarom kandidaat gesteld om voorzitter van de directiecomités van Aquaflanders en Syndictus te worden. Zo zit je aan de basis van de netwerken en kun je ze actief mee richting geven. Dan ontstaan er kansen waarop je kunt ingaan, want je weet dat het bestuur je draagt.’

 

Volstaan de regionale adviescomités om de bekommernissen en problemen van de individuele gemeenten te horen en op te lossen?
‘Als directie zijn we heel aanwezig op de maandelijkse vergaderingen van de zeven regionale adviescomités. We lichten de strategische dossiers toe, bespreken alle werken op het openbare domein. In deze comités heeft elke vennoot, elke gemeente, een vertegenwoordiger. Zo is iedereen volledig op de hoogte, mensen mogen ook alles vragen. We proberen hen maximaal te informeren met studies en dossiers die zo opgesteld zijn dat je ze met een beetje tijd gemakkelijk kunt doornemen. We proberen er gesneden koek van te maken. Ook die van de Raad van Bestuur waarvoor we elke maand een themazitting houden zoals klimaat, innovatie, communicatie of de klantendienst. Per thema leggen we daar uit wat we precies doen en wat de toekomstvisie is voor dat thema.

Zo is iedereen mee, ook wat de nieuwste technieken betreft of de nieuwe samenwerkingen. We hebben hiervoor hun medewerking nodig. De reacties zijn positief, zij willen ook graag vlot kunnen antwoorden op de vragen van hun inwoners. Dit systeem werkt, iedereen die aanwezig is, voelt zich echt bij de zaak betrokken. In de regionale adviescomités bespreken we overal dezelfde thema’s, behalve de specifieke werken op het openbare domein die uiteraard per regio anders zijn. Daarnaast is er een apart comité voor sport waar wij voor 35 gemeenten werken. De financiële rekening en de resultaten zijn voor iedereen gelijk.’

 

Waarom zouden gemeenten met Farys in zee gaan?
‘We betekenen een meerwaarde voor de gemeenten. Zij vertrouwen ons hun netten toe, en dankzij de schaal en het volume kunnen we ons efficiënter organiseren en met experts werken. Daarom vallen we buiten de regiovorming. Zeg maar dat we erboven staan, omdat we niet kunnen verkleinen. Ons samenwerkingsverband is een groot gebied, als je dat opsplitst, mis je het voordeel van de schaalgrootte. We moeten immers zeven dagen op zeven, dag en nacht drinkwater kunnen leveren.’

 

Lukt dat ook in tijden van grote droogte?
‘Daarvoor is de samenwerking en de netwerking zo belangrijk. Wij transporteren vooral water dat we onder meer aankopen bij Vivaqua en Water-link. Onder de grond liggen leidingen die als een soort TGV het water vervoeren, van de ene kant van het land naar de andere kant om het dan via kleinere leidingen bij de klanten te leveren. Om altijd water te kunnen leveren zetten we ons transportnet in om ook de leidingnetten en bronnen van andere waterbedrijven met elkaar te verbinden. Maar we ontwikkelen ook nieuwe bronnen, zoals door de bouw van een nieuwe waterzuiveringsfabriek in Oostende die van het brakwater uit het kanaal BruggeOostende drinkwater maakt. In samenwerking met Aquafin zuivert Aquaduin nu al rioleringswater dat extra gefilterd wordt in de duinen. Samen met hen en De Watergroep beginnen we aan de bouw van een fabriek aan de Ganzenpoot, het sluizencomplex in Nieuwpoort, waar brak-, zoet- en zoutwater samenkomen en waar met een moderne techniek deze watersoorten omgezet worden in drinkwater.’

‘Samen met De Watergroep gaan we na of we productieoverschotten tijdens regenperiodes, wanneer er minder vraag is naar drinkwater, in de diepe ondergrond kunnen opslaan. In droge periodes kunnen we dat dan opnieuw bovenhalen. Dat zijn dus nieuwe bronnen en we combineren ze ook. Zo is het de bedoeling om ook (afval)water te zuiveren tot drinkwater en het ondergronds te stockeren.’

 

Deze innovaties gebeuren nu al?
‘De fabriek in Oostende staat er al, in Nieuwpoort zal ze er tegen 2025 staan en die ondergrondse stockage begint al goed te lukken in Oudenaarde. Daarnaast komt het erop aan om alle spaarbekkens te vullen en dat water pas te gebruiken als de rest op is. Daar heb je een plan voor nodig, daar heb je elkaar in een netwerk voor nodig. Dat is nu gemakkelijker dan een paar jaren geleden. Het klimaat helpt ook, want iedereen weet nu dat het menens is.’

 

Maar de drinkwaterverkoop neemt af.
‘Mensen zijn zuiniger met water. Dat is goed. Wij zijn hiertegen bestand en investeren in andere bronnen en verdiepen. Zo helpen we ook fabrieken met het hergebruik van hun proceswater. Ze krijgen het water in de vorm die zij willen, dat is vaak gedemineraliseerd water, zoals we in Oostende maken. Dat is geen drinkwater. Voor drinkwater voegen we de nodige kalk en mineralen toe.’

 

Hoe werkt u verder nog samen?
‘Samen met De Watergroep hebben we een dochterbedrijf Waterunie. Het ingewikkelde is dat wij erg verschillend zijn van juridische structuur. Aan de hand van vier projecten proberen we onze samenwerking te versterken. Zo hebben we een gemeenschappelijke netsturing en netmonitoring waarmee we opvolgen welk water met welke druk welke richting uitgaat. Ook bij calamiteiten kunnen we met dit Scada-systeem alles computergestuurd opvolgen en bijstellen. Dat gebeurt nu voor zeventig procent van de Vlaamse oppervlakte met één systeem. Daarnaast staat Waterunie in voor de ondergrondse opslag, leggen we bij investeringen onze plannen naast elkaar om te kijken of we beter kunnen samenwerken, net zoals we dat doen voor al onze contracten. Dit loopt goed, er zit veel potentieel in Waterunie.’

‘Door van meet af aan die alliantiestrategie af te spreken met de Raad van Bestuur gebeurt dit gemakkelijk en heel open. Het is belangrijk dat het bestuur hier achter staat en het mee richting geeft. Om de zes jaar is er een wissel, dat is het kader waarin we werken. Maar ook langetermijninvesteringsplannen zijn van belang, een nieuw bestuur moet dan mee nieuwe krijtlijnen tekenen en mee kijken waar je accenten legt, zodat je niet alles moet omgooien. Als directie moet je voldoende inhoud geven aan die langetermijnplanning, zodat hij standhoudt.’

 

Naast drinkwatervoorziening zorgen jullie ook voor het afvalwater?
‘We bouwen riolen in opdracht van de gemeenten. Bovengemeentelijk is dat de taak van Aquafin, wij doen het lokaal voor 52 gemeenten, net zoals het opmaken van hemelwaterplannen, het beheer van het rioleringsstelsel, het voldoende proportioneren van afval- en hemelwater.’

 

Hebben de sportactiviteiten ook met water te maken? Zijn het vooral zwembaden?
‘Niet echt, het gaat om alle sportaccommodaties, dus voetbalvelden, Finse pistes, skateparken, sporthallen en ook zwembaden. We doen het beheer in opdracht van de gemeente en we denken mee na om de richtlijnen van de green deal na te leven. Hoe kun je effectief besproeien, draineren, geen pesticide meer gebruiken en het zwemwater opnieuw gebruiken, waardoor je minder water nodig hebt? Er zijn nieuwe technieken voor verlichting, verluchting en isolatie, zodat je alle gebouwen klimaatneutraal kunt maken. Alles wat met duurzaamheid te maken heeft, is een inspiratiebron. We hebben ook wel 25 zwembaden in beheer, we hebben de expertise om ze te bouwen en om optimaal het personeel in te zetten. Gemeenten doen een financiële inbreng bij instap, de rest via exploitatie. Voor veel gemeenten is sport belangrijk.’

 

U vertelde in het begin dat de aankoopcentrale CREAT op een andere manier werkt. Hoe dan? Maar eerst: wat houden die aankopen in?
‘Die aankopen gaan van strooizout tot bedrijfsfietsen, van onderhoudscontracten voor gebouwen tot maaltijdcheques, van bureaumateriaal tot ziekenhuisbedden, van politie-uniformen tot brandweerhelmen, kortom alles waarvoor gemeenten de markt op moeten gaan en wat onderhevig is aan de wetgeving van de overheidsopdrachten. Dankzij CREAT hoeven de vennoten geen expert aan te trekken voor deze opdrachten. Maar ook het voordeel van het grote aantal, het grote volume speelt, en je kunt raamcontracten opstellen. Zo’n 350 lokale besturen zijn lid, deze leden kunnen alle contracten en prijzen zien, ze hoeven niet aan te kopen, maar ze kunnen het wel. Deze dienstverlening doen we voor heel Vlaanderen.’

 

Wat brengt de toekomst?
‘In het nutslandschap kunnen we met de nodige samenwerkingen nog een groter takenpakket opnemen. Met Vlaanderen zijn de contacten goed, drie keer per jaar zitten we samen met het Agentschap Binnenlands Bestuur om onze projecten af te toetsen, als er iets niet duidelijk is, krijgen we snel antwoord op onze vragen. Bovendien wil Vlaanderen verder vereenvoudigen. Dat kunnen we samen met De Watergroep bekijken. We werken ook al samen met Aquaduin en Knokke. Zo kun je tot grotere gehelen komen en kunnen we onze opdracht vervullen: water dat je verbruikt proper teruggeven aan de natuur.’ ‘Daarnaast moeten we blijven werken aan minder hinder voor de burgers. Al onze buizen zitten onder de grond. Straten openbreken moet je in synergie doen met gas en elektriciteit. Bovendien moeten we hiervoor innovatie inzetten zoals het sleufloos herstellen van leidingen.’

 

Is sleufloos herstellen een beetje zoals een kijkoperatie?
‘Precies, tegenwoordig kun je problemen zoals barsten aan de rioolbuizen van binnenuit oplossen en dat willen we in de toekomst ook voor drinkwater kunnen. Dan spuit een robot hars in de buis, spray in pipe, vervolgens wordt de hars uitgehard en heb je een nieuwe binnenwand. Een andere mogelijkheid is met een kous die door de buis wordt getrokken en waarvan de hars ook wordt uitgehard. Inzetten op zulke innovatie is van groot belang, anders ben je niet mee.’

‘Je ziet dat we kort op de bal spelen. Bij de medewerkers ligt de lat hoog. Farys moet een meerwaarde zijn voor de burgers, onze toekomstvisie is eerst en vooral goede service leveren aan de burgers, ook dat betekent innoveren en een verdere digitalisering van de klantendienst.’ —

 

Marlies van Bouwel is redacteur Lokaal
Voor Lokaal 04 | 2023