Auteur:

Gepubliceerd op: 23-02-2022

Protocol van 28 januari

Op het onderhandelingscomité van 28 januari 2022 gingen 2 politievakbonden (NSPV en VSOA) voorwaardelijk akkoord met het voorstel van de minister. De andere vakbonden (ACV en ACOD) zijn niet akkoord gegaan. Voor het kwalitatief luik (o.a. tuchtregeling) worden de onderhandelingen voortgezet. De VVSG volgde deze onderhandelingen slechts als waarnemer. De VVSG hecht ook veel belang aan het verhogen van de aantrekkelijkheid van het politiestatuut. Evenwel stelt de VVSG – samen met haar zusterverenigingen UVCW en Brulocalis –, en dit sinds het begin van de onderhandelingen, dat er nu geen budgettaire ruimte is bij de lokale besturen om deze meerkosten voor hun rekening te nemen. Zoals we ook met de vakorganisaties van het lokale overheidspersoneel hebben afgesproken, stellen we wel onderhandelingen in het vooruitzicht na de volgende lokale verkiezingen, zodat de lokale besturen financiële engagementen kunnen nemen in de nieuwe lokale meerjarenplannen. Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden had dan ook gecommuniceerd dat zij geen akkoord wou sluiten zonder akkoord van de lokale besturen.

De minister en de twee vakbonden hebben een protocolakkoord getekend over de eerste fase van de loononderhandelingen.

De totale kostprijs van deze eerste fase zou ongeveer 121 miljoen euro zijn waarvan 91 miljoen euro voor de lokale politie. De minister nam het engagement de kosten voor de eerste fase op zich te nemen. (nvdr. In de media circuleerden hierover andere verklaringen van de minister; de VVSG zag zich genoodzaakt hier fors op te reageren. De minister bevestigde ons ondertussen dat ze nog steeds de intentie heeft om de kost van de eerste fase integraal te dragen.)

Naar aanleiding van het protocol hebben de drie verenigingen van steden en gemeenten hun standpunt nogmaals geformaliseerd in een schrijven van 16 februari 2022 aan minister Verlinden, want we stelden o.a. vast dat de start van de tweede fase van de onderhandelingen begin 2024 werd gesitueerd wat ingaat tegen het standpunt van de verenigingen. Bovendien stellen we ons vragen bij de financiering van de bijkomende federale engagementen, zoals de verlenging van de NAVAP en de telewerkvergoeding. Een kopie van de brief is eveneens bezorgd aan de premier en de vice-premiers.

We stellen nu bijkomend vast dat ook op de afspraken betreffende de financiering zou worden teruggekomen. De VVSG kan niet akkoord gaan met de vooropgestelde uitvoering van het sectoraal akkoord.
 

De VVSG herhaalt haar standpunt

  1. Zekerheid omtrent federale financiering van fase 1 van het sectoraal akkoord

De VVSG houdt vast aan de (hernieuwde) belofte van de minister dat de eerste fase volledig zal (kunnen) worden gefinancierd door het federale niveau.

 

  1. Niet akkoord met timing fase 2 van de onderhandelingen

We herhalen dat de lokale besturen bereid zijn te investeren in het verhogen van de aantrekkelijkheid van het politiestatuut maar moeten in staat zijn deze bijkomende financiering te voorzien. In het protocol werd de timing voor de tweede fase bepaald. Volgens dit protocol zouden de loononderhandelingen voor de tweede fase ten laatste in januari 2024 worden opgestart, met als doelstelling om deze ten laatste te beëindigen in april 2024. De VVSG, UVCW en Brulocalis zijn niet akkoord met de vooropgestelde timing van de tweede fase.  De VVSG wil pas vanaf het najaar 2024 mee onderhandelen over de tweede fase van een sectoraal akkoord voor de politie zodat de gemeentelijke inbreng in de financiële middelen kan worden meegenomen in het nieuwe gemeentelijke meerjarenplan. De raad van bestuur van de VVSG heeft dat standpunt ook goedgekeurd op 15 december 2021.

 

  1. Lokale besturen als volwaardige partner aan de onderhandelingstafel?

De VVSG stelt nogmaals ernstige beperkingen vast bij het huidige sociaal overleg over het politiestatuut. Ongeveer driekwart van het politiepersoneel is lokaal politiepersoneel in dienst van de steden en gemeenten. Het statuut wordt echter federaal bepaald zonder dat de lokale besturen hierin een doorslaggevende stem hebben. Deze werkwijze druist in tegen het principe dat wie betaalt, bepaalt.

 

Verzoek tot overleg met het lokale niveau

De VVSG vraagt hiertoe overleg met minister Verlinden. Daarnaast vragen we eveneens overleg met minister Verlinden over de financiering van een aantal aspecten van deze loononderhandelingen:

  • Zekerheid omtrent de financiering van de eerste fase door de federale overheid (121 mio euro);
  • De verder financiering van de NAVAP (50 mio euro) die verlengd wordt;
  • De (mogelijke) verhoogde telewerkvergoeding van 50 euro/persoon (30 mio euro) in het kader van het federaal openbaar ambt.

 

De VVSG heeft dit bericht ook bezorgd aan de burgemeesters en korpschefs.

Bjorn Cools