Auteur:

Gepubliceerd op: 07-10-2021

De voorbije maanden liep een grootschalige vaccinatiecampagne via 95 vaccinatiecentra om zoveel mogelijk Vlamingen te beschermen tegen een COVID-19 besmetting. Dankzij de inzet van zorgraden, lokale besturen en talloze vrijwilligers is deze campagne op korte tijd uitgegroeid tot een waar succesverhaal. Aanvankelijk zouden de vaccinatiecentra open blijven tot 15 oktober 2021. Na het advies van de Hoge Gezondheidsraad en de Taskforce Vaccinatie om alle +65 jarigen te voorzien van een extra dosis en de beslissing van de Interministeriele Conferentie, moeten de vaccinatiecentra nu langer open blijven.

Met de verlenging bevestigt de Vlaamse overheid het vertrouwen in de zorgraden, lokale besturen en vrijwilligers, maar een middellange- of zelfs langetermijnvisie zou het werk op het terrein een stuk vereenvoudigen. Door de laattijdige beslissing moeten enkele vaccinatiecentra nu snel op zoek naar een andere locatie, moet er in bepaalde vaccinatiecentra naar nieuw personeel gezocht worden en moeten onder andere geplande culturele en sportevenementen op het laatste moment geannuleerd worden.

Intussen besliste de Vlaamse regering om de financiering voorlopig tot eind 2021 voort te zetten. Tegen dan zouden immuungecompromitteerde personen - die na twee prikken nog onvoldoende basisbescherming genieten - en alle 65-plussers, al dan niet verblijvend in een zorginstelling, een extra prik gekregen moeten hebben1. Tot zolang kunnen ook de kersverse 12-jarigen, niet-gevaccineerde studenten en werknemers en twijfelaars gevaccineerd worden in het vaccinatiecentrum. Men kan echter niet uitsluiten dat wetenschappelijk onderzoek binnenkort tot de conclusie komt dat ook nog andere groepen en misschien zelfs de totale bevolking best een 3e prik krijgen. In dat geval zal de massavaccinatie doorgezet moeten worden tot in het voorjaar van 2022.

Tot eind 2021 trekt de Vlaamse overheid een budget van 36,6 miljoen euro uit, onder meer voor de organisatie van de vaccinatiecentra (programmamanagement, verpleegkundigen, mobiele teams, …). Daarnaast is er 22 miljoen euro voorzien voor het logistieke luik, de infrastructuur en de uitbating van de vaccinatiecentra, zoals het blijven huren van een gebouw en de bijhorende bewaking. Dit laatste klinkt eenvoudiger dan het is, aangezien er op het terrein grote verschillen bestaan. Zo zijn de bedragen voor de infrastructuur forfaitair, terwijl er toch grote verschillen zijn naargelang een centrum in de huidige locatie kan blijven dan wel heropgericht moet worden op een andere locatie. De besluiten die de verlenging van de financiering regelen, zijn hier terug te vinden

Er zijn wel enkele kleine wijzigingen tegenover de eerste vaccinatiecampagne:

  • Het vaccinatietempo kan verschillen van eerstelijnszone tot eerstelijnszone: Tot voor kort werd immers gecommuniceerd dat de vaccinatiecentra tegen 15 oktober zouden moeten sluiten. Intussen zijn er al enkele gesloten en zullen er binnenkort nog extra moeten sluiten omdat de locatie opnieuw ter beschikking gesteld wordt voor andere doeleinden. Dat betekent dat men in sommige eerstelijnszones op zoek moet gaan naar een nieuwe locatie. Dat is niet zo eenvoudig en vergt tijd, aangezien sport- cultuur- en evenementenhallen intussen weer gebruikt worden voor andere zaken.
     
  • De manier van werken kan verschillen naargelang de eerstelijnszone: Het is de bedoeling dat er minstens één vaccinatiecentrum per eerstelijnszone overblijft, maar de verdere invulling kan lokaal bepaald worden. Zo kan men er bijvoorbeeld voor kiezen om met mobiele teams op locatie te vaccineren (in scholen, woonzorgcentra, groepen van assistentiewoningen, centra voor dagverzorging en dagopvang, lokale dienstencentra, …) of collectieve vaccinatiemomenten in het vaccinatiecentrum te organiseren.
     
  • De financiering voor infrastructuur en uitbating ligt op 80% van wat de lokale besturen ontvingen tijdens de eerste fase van de vaccinatiecampagne: De reden hiervoor is dat het volume van de vaccinaties ook lager zal liggen. Uiteraard blijft het afwachten of dit zal volstaan voor de vaccinatiecentra die een verhuisbeweging moeten maken (opnieuw huren, opbouw, …).

Het zal cruciaal zijn om hier helder over te communiceren met de brede bevolking. De callcentra merken door de berichtgeving in de media nu al een toename van het aantal telefoons. Tijdens de eerste vaccinatiecampagne waren de callcentra ondergefinancierd. De vraag is of de geplande financiering tot het einde van het jaar voldoende is.

Op 4 oktober organiseerde het Agentschap Zorg en Gezondheid over de verlenging van de vaccinatiecampagne een webinar. Je kan het webinar hier herbekijken. Desondanks blijven ook nu nog veel vragen onbeantwoord. Vanuit de VVSG blijven we de situatie dan ook nauw opvolgen en dringen we mee aan op snelle duidelijkheid.

 


1 - Er is een verschil tussen een 3e prik en een boosterprik: een 3e prik wordt gegeven aan personen die na twee prikken (of enige prik van Johnson & Johnson) geen goede basisimmuniteit hebben. Hierbij moet enkel een interval van 4 weken na de laatste prik gegarandeerd worden. Een boosterprik wordt gegeven aan personen die wel een goede basisimmuniteit hebben ontwikkeld na 2 prikken, maar bij wie men de geheugenimmuniteit wil versterken. Hier volgt de prik ongeveer 4 à 6 maanden na de 2de prik.

 

Veerle Cortebeeck