Auteur:

Gepubliceerd op: 28-04-2022

De eerste editie van Maai Mei Niet was een voltreffer: meer dan 6.200 mensen schreven in met hun tuin en 60 gemeenten sprongen mee op de kar. Zo werd 145 hectare gazon niet gemaaid en 85 miljoen m² openbaar gazon werd een rijkelijk buffet voor vlinders, bijen en andere bestuivers.

De tweede editie mikt nog hoger. Zeker naar de lokale overheden. Maai Mei Niet is de ideale aanleiding om je burgers te informeren over wat je zelf als bestuur al realiseert aan klimaat- en biodiversiteitvriendelijk groenbeheer. Daarnaast kan je meesurfen op deze positieve campagne om ook jouw burgers zelf iets te laten doen.

Heeft jouw gemeente gras in parken, pleinen, picknickweiden, bermen of gewoon, verloren gras ergens aan de kant? Dit openbaar groen biedt tal van kansen als we het gras laten groeien. Zo kan het zorgen voor een rijkelijk buffet voor bestuivers zoals hommels, bijen en vlinders, die een sleutelrol spelen in onze natuur en ons voedingssysteem. Minder maaien zorgt voor meer bloemen, en dit leidt op zijn beurt dan weer tot meer insecten en kleine diertjes. Een goede zaak voor onze biodiversiteit!

De campagne Maai Mei Niet daagt burgers uit om het gras in hun tuin te laten groeien gedurende de maand mei. Ook lokale besturen kunnen deelnemen aan deze campagne. Door anders te gaan maaien kan je immers het gras van jouw gemeente of stad omvormen tot bloemrijke ligweiden of hooilanden. 

Hoe kan je als lokale overheid meedoen aan Maai Mei Niet?
1.    Registreer op www.maaimeiniet.be jouw gemeente en doe mee met het bloementelweekend eind mei. Zo ontvang je gratis de nectarscore van jouw dorp, gemeente.
2.    Roep je burgers op om zich te registeren. Knack en Bond Beter Leefmilieu (BBL) stellen gratis dit communicatiepakket en deze beelden ter beschikking. 

Meer vragen over deelnemen? Contacteer Jasper Wouters van BBL.

Wil je meer weten over hoe je van het grasland in jouw gemeente een rijk, biodivers ecosysteem maakt? Herbekijk dan de infosessie over het groenbeheer van de toekomst, georganiseerd door Het Ministerie van Natuur, Velt en BBL.

Steven Verbanck