Auteur:

Gepubliceerd op: 03-10-2022

De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Annelies Verlinden, verduidelijkt in de zeer recente omzendbrief betreffende het individueel en preventief betogingsverbod, de mogelijkheid voor de burgemeester om een individueel en preventief betogingsverbod op te leggen aan bepaalde relschoppers en vult zo de omzendbrief OOP41 van 31 maart 2014 aan. De omzendbrief OOP41 behandelde de verantwoordelijkheden van de bestuurlijke overheden en van de politiediensten bij o.a. betogingen. Daaruit bleek dat de burgemeester bevoegd is om aan de organisator van de betoging bepaalde voorwaarden op te leggen.

Met de nieuwe omzendbrief is bovendien duidelijk dat de burgemeester bij wijze van maatregel (en geen sanctie) in het licht van de handhaving van de openbare orde aan een individu voor een welbepaalde duur en met het oog op de handhaving van de openbare orde bij een geplande betoging. Dit kan enkel voor betogingen op diens grondgebied. Als een betoging op het grondgebied van meerdere steden of gemeenten plaatsvindt, dient elke burgemeester dus een verbod op te leggen. Deze beperkte toepassing vormt uiteraard een probleem in het licht van de bovenlokale handhaving maar een algemeen betogingsverbod valt niet te rijmen met het recht op betogen.

Voorzichtigheid is dus geboden, want het betreft hier de inperking van een grondrecht. De burgemeester moet het verbod heel grondig motiveren aan de hand van concrete aanwijzingen die aantonen dat een persoon van plan is de openbare orde te verstoren tijdens de betoging. Het betogingsverbod heeft dus als doel de openbare orde te handhaven en de rechten van burgers die op vreedzame wijze wensen te betogen, te vrijwaren. Het besluit van de burgemeester moet ook aantonen dat het betogingsverbod nuttig, noodzakelijk en proportioneel is. Juridisch en feitelijk afdoende motiveren is de boodschap waarbij de naleving van verscheidene rechtsbeginselen (legaliteit, legitimiteit en proportionaliteit) en nog een aantal beginselen van behoorlijk bestuur (hoorplicht o.a.) dient te worden aangetoond.

Het betogingsverbod wordt opgenomen in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de politie. Hierdoor kan elke politieambtenaar bij een politiecontrole onmiddellijk nagaan of een betogingsverbod van kracht is en de betrokkene die zich ondanks het verbod toch op de betoging bevindt, bestuurlijk aanhouden. Overtredingen op het betogingsverbod kunnen worden gesanctioneerd met een GAS-boete. Dit veronderstelt dan wel dat overtredingen op de besluiten van de burgemeester onder het toepassingsgebied van de GAS vallen. De gemeenteraad dient dit in een reglement te bepalen. De burgemeester kan zelf geen sancties bepalen in zijn besluit.

De VVSG zal de lokale besturen en de burgemeesters ondersteunen indien ze een dergelijk besluit willen opstellen. De omzendbrief heeft alvast de verdienste duidelijk te bepalen welke motivering in het besluit van de burgemeester zeker aanwezig dient te zijn maar de praktijk zal sowieso nog het een en ander moeten uitwijzen.

Lees de volledige omzendbrief.

Bjorn Cools