Auteur:

Gepubliceerd op: 14-10-2022

Voor autonome gemeentebedrijven (AGB’s) die optreden als een exploitant van een sport-, onderwijs-, recreatieve of culturele accommodatie is het hebben van een winstoogmerk een voorwaarde om voor deze handelingen als btw-plichtige aangemerkt te worden waardoor de betaalde btw op deze handelingen aftrekbaar wordt. In het verleden leidde het al dan niet hebben van een winstoogmerk al eens tot discussies met de fiscus. De circulaire 2022/C/100 wil nu meer klaarheid daarrond brengen.

De circulaire herhaalt dat uit de statuten van de vermelde AGB’s moet blijken dat ze een winstoogmerk hebben, dat zij zich tot doel stellen winst uit te keren en dat dat ook daadwerkelijk gebeurt. Het operationeel resultaat van de globale activiteit mag geen systematische tekorten vertonen, waarbij werkings- en investeringssubsidies van andere dan gemeentelijke overheden wel meetellen, maar die van de gemeente niet. Gemeentelijke prijssubsidies worden wel in rekening gebracht bij de berekening van dit resultaat.

De circulaire bakent de grens af tussen prijssubsidies en werkingssubsidies, waarbij prijssubsidies aan vijf voorwaarden moeten voldoen. Belangrijk daarbij is dat de bedragen van de prijssubsidies slechts tweemaal per jaar kunnen worden herzien. Deze kunnen enkel naar de toekomst toe gewijzigd worden en moeten berekend worden op basis van het werkelijke aantal door het AGB verrichte diensten.

De circulaire gaat in op 1.1.2023 en vervangt de Btw-beslissing nr. E.T.129.288 van 19.01.2016.

Ben Gilot