Auteur:

Gepubliceerd op: 02-12-2020

Op 18 november 2020 keurde de raad van bestuur van de VVSG het advies over de kadernota Regiovorming van de Vlaamse Regering van 9 oktober goed. Het advies is gebaseerd op een vergelijking tussen het standpunt van VVSG van 18 maart en de kadernota. Positieve punten in de kadernota vindt de VVSG:

  • De burgemeesters als spil: Zij zijn de belichaming van het lokale bestuur en hebben een blik over de beleidsdomeinen heen.
  • Organische aanpak: Geen revolutie maar een groeimodel.
  • Een genuanceerde kijk op bovenlokale samenwerking: Er wordt een onderscheid gemaakt tussen kleinschalige samenwerkingen - vaak gericht op dienstverlening en capaciteitsbundeling - en grotere regio’s waar bijvoorbeeld verdelingsvraagstukken aan bod kunnen komen.
  • Vlaams engagement: Heel wat hinderpalen én kansen voor een goede regionale werking zijn te vinden bij Vlaamse sectorale regelgeving en beleid. Het is belang dat Vlaanderen in eigen boezem kijkt. Ook de federale component wordt niet uit het oog verloren.
  • Labo Regiovorming: Het blijft niet bij woorden, er worden ook middelen voorzien voor een Labo Regiovorming.

Er zijn echter ook wat minpunten. Zo is de timing voor de afbakening zeer strak. Tegen het einde van dit jaar moeten de lokale besturen hun inbreng geven over de afbakening. Bovendien doet het kaartje dat de kadernota bevat toch hier en daar wat wenkbrauwen fronsen.

Verder zijn er enkele aandachtspunten: zo zal de Vlaamse regering bijvoorbeeld op termijn moeten nadenken over een duurzame cofinanciering vanuit Vlaanderen voor de regionale werking en moeten we voor ogen houden dat regionale samenwerking geen zaak van enkel besturen alleen is: burgers, bedrijven en spelers uit het middenveld en de non-profit komen mee in beeld.

Peter Hautekiet