Gepubliceerd op: 22-03-2022

In de maatregelen die beslist werden door de federale regering om de productie van hernieuwbare te versnellen, werd ook aandacht besteed aan windenergie op land. Het is maar een klein aspect in het vorige week bereikte energie-akkoord, maar voor het lokaal beleid wel een belangrijke.

De federale regering besliste om de drempels (afstand tot radars, hoogtebeperkingen, oppervlakte en inplanting van uitsluitingszones…) die bestaan voor de bouw van windturbines maximaal af te bouwen door in overleg te gaan met Skeyes en Defensie. Er wordt hier een potentiële toename van 1,5 GW hernieuwbare energie in gezien.

De problemen met radarsystemen werden reeds in een overleg met de federale overheid aangekaart. Ook in de knelpuntennota voor het Lokaal Energie- en Klimaatpact naar de Vlaamse regering werd dit pleidooi opgenomen. In het Vlaamse windplan 2020-2025 wordt immers vermeld dat luchtverkeersleider Skeyes in 2017 een projectsubsidie ontving om te onderzoeken op welke wijze het bijkomend potentieel aan windturbines in de nabijheid van de luchthavens kan gefaciliteerd worden en om deze oplossing ook daadwerkelijk te realiseren. Dit ging over een gerichte case van onderzoek naar de mogelijkheden om de radar van Oostende aan te passen en zo bijkomend potentieel te creëren langsheen de E40 van De Panne tot Jabbeke. De bedoeling was de resultaten uit deze pilootcase dan mogelijk verder op te schalen, ook naar defensie.

In het windplan staat dat Skeyes een verlenging van de uitvoeringstermijn aanvraagt van het subsidiebesluit tot eind 2024. Aan een dergelijk tempo wordt natuurlijk geen vooruitgang gemaakt, terwijl het potentieel bij het wegwerken van dit knelpunt groot is. In Oostende ligt de luchthaven in het windrijkste gebied van Vlaanderen, maar ook rond andere luchthavens (met als belangrijkste uiteraard Zaventem) zorgt dit voor veel beperkingen. Voor lokale besturen in de omgeving van luchthavens die tot nu toe geen werk konden maken van windmolens om hun klimaatdoelstellingen te realiseren, geeft dit hopelijk nieuwe perspectieven.

Daarnaast willen we nadenken hoe steden en gemeenten een veel belangrijkere rol kunnen krijgen in de ontwikkeling van nieuwe sites voor windturbines. Niet zozeer als beslisser over het verlenen van de vergunning in eerste aanleg, maar als regisseur die voorafgaandelijk aan de ontwikkeling van het dossier met alle stakeholders – en niet het minst met de burgers van de eigen gemeenten – werkt aan het draagvlak en het tot stand komen van een zo groot mogelijk windpotentieel met zo weinig mogelijk hinder.

Indien je ervaring hebt op dit aspect en graag wil meedenken over de rol van gemeenten binnen de ontwikkeling van wind, kan je contact opnemen.

Cedric Depuydt – stafmedewerker energie en klimaat, cedric.depuydt@vvsg.be, 0484 / 31 95 28