Auteur: Lieselot Decalf
Gepubliceerd op: 16-04-2024
Een optimalisatie van het Decreet Bovenlokale Cultuurwerking uit 2018 èn de overname van subsidielijnen uit twee andere decreten, dat is kort samengevat waar de vernieuwde regelgeving over intergemeentelijke samenwerking (IGS) op het vlak van bovenlokaal cultuurbeleid voor staat.
Aangepaste voorwaarden voor IGS bovenlokale cultuurwerking
- Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden bovenlokale cultuurwerking kunnen in 2026 een nieuwe erkenning aanvragen.
- Vanaf 2027 moeten deze samenwerkingsverbanden minimaal 85.000 inwoners hebben.
- Als dit aantal niet wordt bereikt, is er tot 2032 een overgangsperiode mogelijk, op voorwaarde dat de samenwerking uit ten minste vier aangrenzende gemeenten bestaat.
- Een uitvoeringsbesluit met meer details over de financiële regeling (bijdrage Vlaanderen en bijdrage lokale besturen aan het IGS) is nog niet goedgekeurd.
Deze voorwaarden kunnen een struikelblok vormen voor gemeenten die voor de samenwerkingsverbanden voor verschillende beleidsdomeinen (zoals politie, welzijn, organisatie en vrije tijd) altijd samenwerken met dezelfde groep gemeenten. Als ze samen niet genoeg inwoners hebben, kunnen ze niet aan deze voorwaarden voldoen. Ook dunbevolkte regio's lopen het risico dat hun werkingsgebied erg uitgestrekt wordt.
De Vlaamse overheid vindt dat een grotere schaal nodig is voor een goede samenwerking. Bij samenwerkingsverbanden rond cultureel erfgoed - de erfgoedcellen - ligt het minimum aantal inwoners eveneens op 85.000. Voor de intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten (IOED) geldt vanaf 2027 een minimumdrempel van 100.000 inwoners.
Bovenlokaal samenwerken op vlak van vrijetijdsparticipatie
De lokale netwerken vrijetijdsparticipatie moeten een bovenlokale rol krijgen, vindt de Vlaamse overheid. Daarom kan een IGS bovenlokale cultuurwerking ook een erkenning aanvragen als bovenlokaal netwerk vrijetijdsparticipatie. Of omgekeerd: om erkend te worden als bovenlokaal netwerk vrijetijdsparticipatie zal het IGS erkend moeten zijn als bovenlokale cultuurwerking.
Het decreet voorziet een overgangsfase van 2027 tot 2032 voor lokale netwerken vrijetijdsparticipatie die extra tijd nodig hebben om de oversteek naar het bovenlokale voor te bereiden (art.120). Cultuurregio’s zullen een inhoudelijke verbreding van cultuurbeleid naar jeugd-, sport- en vrijetijdsbeleid moeten opnemen.
Binnenkort ook subsidies voor kleine projecten
- Vanaf 2027 kunnen gemeenten die deel uitmaken van een bovenlokale cultuurwerking subsidies aanvragen voor kleine projecten die maximaal één jaar duren.
- Organisaties die niet gevestigd zijn op het grondgebied van een gemeente die deel uitmaakt van een IGS bovenlokaal cultuurbeleid, komen niet in aanmerking voor subsidies voor kleine projecten (art.9).
- Het IGS krijgt daarnaast de opdracht om de projectaanvragen in haar werkingsgebied inhoudelijk te adviseren (art.11).
- Grotere projecten die meer inzetten op transversale thema’s blijven onder de huidige regels vallen en kunnen tot drie jaar duren.
De VVSG en de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) zijn benieuwd naar de opties voor organisaties die een kortdurend bovenlokaal cultuurproject willen starten, maar buiten het werkgebied van een IGS vallen. Op dit moment bevindt ongeveer de helft van de lokale besturen zich in deze situatie.
Tijdelijk reglement voor projectsubsidies tot 1 september 2024
In de overgang naar de nieuwe regeling met grote en kleine projecten bestaat de mogelijkheid om tot 1 september 2024 een subsidieaanvraag in te dienen voor een klein project met een duur van één jaar. Dit is een tijdelijke maatregel waarbij steden en gemeenten wel in aanmerking komen voor het indienen van een aanvraag. De Vlaamse overheid verwacht dat deze besturen hun voornemen voor toekomstige intergemeentelijke samenwerking schriftelijk bevestigen. Het steunpunt bovenlokale cultuurwerking OP/TIL staat klaar om te informeren en te ondersteunen bij het aanvraagproces van subsidies.