Auteur:

Gepubliceerd op: 28-06-2022

Bijna een kwart van de Vlaamse gezinnen bezit geen eigen wagen of salariswagen, maar er zijn grote verschillen tussen de 300 Vlaamse gemeenten. Dat blijkt uit recente gegevens van Statbel, het Belgische statistiekbureau.

We gaan er misschien al te gemakkelijk van uit dat elk gezin in Vlaanderen over één of meer wagens beschikt, waarmee het vlot overal kan geraken. Dat blijkt echter geenszins het geval te zijn.

Het statistisch toewijzen van wagens aan gezinnen is minder gemakkelijk dan het lijkt. Een auto staat ingeschreven op het adres van de eigenaar, dus voor de eigen voertuigen is er geen probleem. Het waren er in 2020 in België bijna 4,7 miljoen. In ons land rijden echter ook ongeveer 655.000 zogenaamde salariswagens rond. Die zijn ingeschreven op het adres van de leasingmaatschappij, maar zijn daar in de feiten natuurlijk (vijwel) nooit.

Statbel koppelde de bestanden van de inschrijvingen van voertuigen op naam van een natuurlijke persoon met een aantal fiscale gegevens over de salariswagens, en kon die laatste categorie voertuigen zo toch aan gezinnen koppelen. Het resultaat is een betrouwbaar (Statbel zelf heeft het over een foutenmarge van 3%) beeld over de mate waarin gezinnen permanent een auto ter beschikking hebben.

Daaruit blijkt dat in Vlaanderen 22,9% van de huishoudens niet over een wagen beschikt (gegevens 2020). Bij de eenpersoonshuishoudens gaat het zelfs om 46%, dus bijna de helft. De verschillen tussen de Vlaamse gemeenten zijn groot, met in Antwerpen, Leuven en Oostende meer dan 40% gezinnen zonder eigen wagen, en ook hoge waarden in Gent, enkele kustgemeenten en de meeste centrumsteden. De laagste aandelen gezinnen zonder auto zien we in meer landelijke en of residentiële gebieden.

Deze cijfers zeggen natuurlijk niets over de oorzaak van de verschillen. Het gaat wellicht om een combinatie van koopkracht (zich een voertuig kunnen aanschaffen of een loonpakket hebben dat erin voorziet), noodzaak (nabijheid van winkels en diensten in combinatie met openbaar vervoer of deelmobiliteit) en ruimte (plaats om een wagen te parkeren).

 

Jan Leroy