Op basis van de verzamelde gegevens kan de gemeente of stad haar langetermijnvisie (2030,  2040, 2050) uittekenen op de lokale duurzame warmtetransitie. Welke rol ziet de gemeente of stad voor zichzelf weggelegd in de warmtetransitie op haar grondgebied, vandaag en in de toekomst? Welk ambitieniveau en welke SMART-geformuleerde doelstellingen zoals klimaatneutrale verwarming op het grondgebied met de nodige aandacht voor een sociaal rechtvaardig implementatie legt zij zichzelf op en op welke termijn (2030, 2040, 2050, ...)? Op basis van welke criteria zou men in bepaalde omstandigheden kiezen voor collectieve dan wel individuele verwarmingsoplossingen?

Participatie is in deze fase aangewezen, maar kan beperkt blijven tot:

  • de inbreng van vaak reeds publiek getoetste visies uit bestaande beleidsplannen (ruimte, klimaat, wonen, ...) of uit lopende trajecten
  • geplande of waarschijnlijke private ontwikkelingendie in deze visies passen
  • de visies van de politieke mandatarissen
  • de visies van de betrokken sleutelorganisaties, zoalshuisvestingsmaatschappijen, Fluvius, energiecoöperaties die actief zijn op het grondgebied, ..