In 2018 krijgt ons land opnieuw af te rekenen met een terroristische aanval. Op 29 mei maakt Benjamin Herman tijdens zijn penitentiair verlof drie dodelijke slachtoffers in Luik. De aanslag werd later opgeëist door IS.

Dat jaar geeft de helft van de Vlaamse steden en gemeenten aan dat er signalen of vermoedens van radicalisering binnen komen. De signalen steunen vooral op een salafistische jihadistisch discours en komen voornamelijk tot uiting in stedelijke en verstedelijkte gebieden. Daarnaast ontstaat ook een tegenbeweging. In 1 op 5 gemeenten zien we immers ook signalen van rechts-extremisme opduiken. Het gaat daarbij nog niet meteen over geweld, maar om signalen van provocatie, verheerlijken van extreme daden (vb. terreurdaden Anders Behring Breivik), dragen van swastika’s, wapenbezit, anti-islamsentimenten, etc. Deze tegenbeweging zorgt ook voor een toename op vlak van signalen van polarisatie.

Twee jaar na de laatste bevraging blijft de grootste nood voor steden en gemeenten nog steeds het ontbreken van een kader van structurele financiering. Dit bleek reeds uit het rapport van de Parlementaire onderzoekscommissie Terroristische Aanslagen en duikt ook in deze bevraging opnieuw op. Daarnaast ontbreekt ook nog steeds een kader om informatie te delen. Ondanks de toename van het aantal LIVC’s R in onze Vlaamse gemeenten, blijft het uitblijven van een wettelijke verankering voor problemen zorgen. Vooral de uiterst beperkte aanwezigheid van sociaal-preventieve diensten doet opnieuw vragen rijzen over de effectiviteit en het welslagen van deze lokale overlegtafels.

Voor een globaal beeld van de resultaten kan je het rapport ledenbevraging 2018 bekijken.