lokaal_20230201_49_ham.png
Provider image

Dit is een verhaal over intense samenwerking tussen de jeugddienst en het straaten buurtwerk in het Limburgse Ham. Over hoe jeugdconsulenten John en Jochim samen met buurtwerkster Sas de wijk in trekken om met Panna Cup, Koffiekan en Buurtbabbels in de leefwereld van de buurtbewoners te treden. In een gezellige sfeer, met veel fair play en niet zelden ook met special guests zoals freestyler Filip Meeus van Rabonasport laatst, die boven op dit alles tricks, workshops en balgoochelarij bracht. Hun missie? Iedereen hoort erbij, iedereen doet ertoe. En dat moet jong en oud ervaren.

‘Wanneer je met Panna Cup, een reizende voetbalkooi, in de wijk komt, dan komt iedereen op straat,’ vertelt John. ‘Het is een tornooi voor jongens en meisjes in de buurt, maar ook hun ouders en grootouders zijn van de partij. Ze supporteren voor hun jonge snaak, of ze slaan een praatje met elkaar bij een kop koffie en zelfgebakken taart en baklava. Samenkomen en elkaar ontmoeten op de plek waar de mensen wonen, dat versterkt de sociale cohesie in de buurt.’

‘Maar tegelijkertijd is het belangrijk dat we met onze initiatieven ook aan buurtversterking doen. Als we de wijk in trekken, nemen we vaak iemand van de sociale dienst, de opvoedingswinkel of een andere partner van het Huis van het Kind mee. Dat haalt de hulp- en dienstverleners in het lokale bestuur en bij de partnerorganisaties wel uit hun comfortzone! Vaak weten ze eerst niet wat ze mogen verwachten. Maar uiteindelijk blijkt dat de buurtbewoners gewoon blij zijn dat ze iemand van de gemeente zien. Dan verloopt alles heel informeel en spontaan. En net doordat de buurtbewoners de welzijnswerkers en zorgverstrekkers in hun eigen straat zien en spreken, leren ze het gezicht kennen van de persoon bij wie ze hun vraag of bezorgdheid kunnen uitspreken. Net in die informele setting kan er een vertrouwelijke band ontstaan waardoor mensen vlotter de weg naar de hulpen dienstverlening vinden. Voor de hulpverlener en dienstverlener is de buurt een echte vindplaats van nieuwe vragen en nieuwe cliënten.’

 

Beleid tot aan de voordeur

Buurtversterking door de inzet van een straathoek- of buurtwerker, een integratieambtenaar, welzijns- en andere diensten en ja, zelfs de wijkagent, is preventief, netwerkend en ondersteunend. Het maakt dat de ‘zittende’ diensten directe impact hebben op de onmiddellijke en concrete leefsituatie van de inwoners van Ham, maar ook op de interactie tussen buurtbewoners en de eventuele problemen en conflicten als gevolg daarvan. Daardoor kan de dialoog dan weer veel makkelijker op gang komen.

Niet onbelangrijk in een gemeente die de laatste jaren zeer sterk is gegroeid. Onder andere de strategische ligging is daarin een bepalende factor: naast de E313 en op het kruispunt van het Albertkanaal met het kanaal Dessel-Kwaadmechelen, op de grens van de provincie Antwerpen en op een zucht van Vlaams-Brabant. De economische activiteit nam er fors toe, er werd geïnvesteerd, er ontstonden nieuwe wijken, de kaap van 11.000 inwoners werd overschreden, de lokale bevolking is intussen zeer divers.

In die context vindt het bestuur van Ham het niet enkel belangrijk problemen op te lossen, maar evenzeer buurten en wijken te waarderen. Dat gebeurt vanuit een krachtgerichte insteek: lokale goodwill, talenten aanwezig in de buurt en positieve beeldvorming met persartikels in de lokale pers en YouTube-filmpjes op sociale media. Niet enkel de ‘moeilijke’ wijken, maar álle buurten worden zo in de kijker gezet, want elke buurt heeft recht op aandacht en stimulans. Iedereen is immers gelijkwaardig en volwaardig en vraagt om in zijn geheel als mens te worden gezien en gerespecteerd.

Weg dus met stigmatisering. Om dat kracht bij te zetten gaan ook de burgemeester en de schepenen regelmatig met de jeugddienst, de welzijnswerkers en de buurtwerkster mee de wijken in, om er met jong en oud, arm en rijk, autochtoon en allochtoon in dialoog te gaan. Zo krijgt ook het gemeentebeleid een gezicht en kunnen inwoners en beleidsmakers elkaar op een andere manier benaderen dan met de klassieke dienstopstelling. Niet enkel de hulp- en dienstverlening en het sociaal werk, maar ook het lokale beleid wordt zo een sterk product. Belangrijk is dat er via deze weg naar gestreefd wordt om iedereen even veel ‘kansen tot’ aan te bieden, dat is de oprechte intentie. Kansen tot gebruik van de welzijnsservice maar ook kansen om zelf te kiezen om ergens aan deel te nemen of net niet.

 

Van uitsluiting naar insluiting

‘Sas van de Buurt (Saskia Geens, nvdr) is voor ons het ankerpunt op straat,’ gaat John voort. ‘Zij gaat op zoek naar jongeren, spreekt hen aan, reikt hen mogelijkheden aan tot actie en samenwerking. Ze zet een emancipatorisch proces in gang, zodat jongeren rekening houden met de buurtbewoners (en andersom) en alle betrokkenen zicht krijgen op gevolgen van hun gedrag. Tegelijkertijd werkt ze aan een positieve beeldvorming over de jongeren, zodat buurtbewoners de jongeren niet alleen leren kennen maar hen ook aanspreken, bijvoorbeeld bij meningsverschillen. Zo kan een situatie plots heel anders worden, doordat roepen tegen elkaar verandert in praten. Evident voor sommigen, niet zo vanzelfsprekend in buurtconflicten.’

De jeugddienst werkt aanvullend op de inspanningen van de buurtwerkster. Dit vergt een open en kritische houding om het reguliere aanbod aan te passen aan kinderen en jongeren op maat van hun denken en rekening houdende met de tendensen van ‘nu’. Alleen zo kan er een context tot stand komen waarin de jeugdwerkers laagdrempelig aanwezig kunnen zijn in de leefomgeving van jongeren.

‘Door te starten vanuit de jongeren proberen we ook de ouders en bij uitbreiding heel de buurt te stimuleren om eigenaarschap en verantwoordelijkheid op te nemen, zodat ze zelf ook acties opzetten,’ licht John toe. ‘En we zien dat dit ook gebeurt. Het initiatief moet niet altijd vanuit de gemeente komen. Meer: het initiatief vanuit de gemeenschap bevordert net de dynamiek van integratie en inburgering én de wisselwerking tussen hulpvragen en gemeentelijk aanbod.’

‘Concreet: in het Jeugdhuis De Stip, rustig gelegen in het centrum van Ham, organiseren we drie keer per maand een Kids Café. Ook Sas brengt hier regelmatig een bezoekje. Jongeren van het vijfde leerjaar tot en met het derde middelbaar komen er kickeren, spelletjes spelen en gewoon rondhangen met hun vrienden. Ontmoeting en een eigen plekje hebben staan hier centraal. Ook wordt de mogelijkheid geboden om uitstappen en externe activiteiten te organiseren, wanneer de tieners hier om vragen. Dit initiatief spreekt zowel kansengroepen als lagere en hogere middenklassers aan. Dat maakt het inclusief. Momenteel komen er zo maandelijks meer dan honderd jonge tieners naar het Kids Café, waardoor we – sinds corona – opgesplitst hebben in kleinere groepen. Door die downsizing zien we dat er nu ook kinderen en jongeren met ASS en ADHD komen. Minder druk, minder prikkels. Iedereen kan er op die manier bij horen en meedoen.’

‘En de ouders blijven betrokken. We geven hen info over wat er in het Jeugdhuis gebeurt. Want zij zijn en blijven verantwoordelijk voor hun kinderen. Wij houden in het Jeugdhuis toezicht en gaan in interactie. Omgekeerd geven de ouders ook info over hun kinderen. Ze mogen hun kinderen altijd komen ophalen wanneer die weg willen. Maar in de praktijk gebeurt net het omgekeerde: als hun ouders aan de deur staan, willen hun kinderen altijd blijven,’ lacht John.

 

Inspelen op subculturen en trends

Jochim: ‘Outreaching is de kern van ons sociaal-sportieve werk. Een streefdoel (deels) ook voor alle welzijns- en zorgverstrekkers in Ham. Het werd opgenomen in enkele functieomschrijvingen. En we krijgen heel veel vertrouwen, ruimte en verantwoordelijkheid van onze leidinggevenden en het lokale bestuur om in de straat en vanuit de straat, in en vanuit de leefwereld van de buurtbewoners te werken.’

‘Daarnaast krijgt outreachend werken als rode draad ook een structurele inbedding in de BBC en het meerjarenplan. Er worden voor de jeugddienst, de sportdienst, de buurtwerkster en de integratiedienst budgetten gereserveerd voor initiatieven zoals Panna Cup, het Kids Café en een “BMX-cultuur”, maar ook voor theater- en animatieproducties voor kinderen, repetitieruimte, podiumkansen voor muziekgroepen en dj’s, kortfilmprojecten en… een hangcultuur. Dit biedt ons de kans de gebaande paden te verlaten, te experimenteren en in te spelen op subculturen en trends van het moment.’

 

Kansen geven start aan de kassa

John: ‘Muzikaal of theatraal, belangrijk is dat álle kinderen en jongeren kansen krijgen om gratis of voor een zeer democratisch bedrag deel te nemen aan culturele en sportieve evenementen, workshops of gebruik van infrastructuur. Om naar het Kids Café te komen moeten kinderen en jongeren bijvoorbeeld niet betalen. Wanneer ze willen kickeren, hoeven ze geen geld in te steken. Maar aan de toog betaalt iedereen één euro voor een drankje of voor een zakje chips: arm en rijk dus. Tegelijkertijd bieden we gratis plat of bruis aan via onze cooler die op een discrete plek staat. Een filmvoorstelling bieden we gratis aan in het jeugdhuis, bij een professionele kindervoorstelling wordt er maar twee euro gevraagd per kind, begeleiding mag gratis binnen. Op het speelplein betaalt iedereen een euro per kind, terwijl de gemeente 1,5 euro per kind oplegt. Of je nu arm of rijk bent, het doet er niet toe: iedereen gelijk. Ook dat is inclusie. Maar als het voor iemand dan toch nog niet haalbaar zou zijn, dan is er nog altijd het OCMW dat in samenspraak met de ouders een passende oplossing biedt. Hier zien we regelmatig een actieve verwijsfunctie voor de buurtwerkster, onder meer door discrete contacten te leggen met ouders.’

Zo kunnen John en Jochim nog tal van praktijken in Ham tonen, doorweven met visie, inspraak, kansen, beleid, beeldvorming en partnerschappen over verschillende domeinen heen. Achterliggend, minder expliciet vermeld, maar toch sterk aanwezig: toetsingen in de praktijk, zelfevaluatie, steeds kritisch terugkijken, wat doet het lokale bestuur in Ham, en waarom? En wat vinden de kinderen, de jongeren, hun ouders, jong en oud, daar zelf van? Steeds in een open sfeer van pragmatisch denken en handelen met alle inwoners in Ham voor ogen. Breed jeugdbeleid met een generationele toets en met bijzondere aandacht voor kwetsbaarheden, maar immer integraal en inclusief, talent- en krachtgericht. Want: iedereen hoort erbij en iedereen wil ertoe doen. In alle facetten van het leven. —

 

Dany Dewulf is VVSG-stafmedewerker inclusie en vermaatschappelijking van zorg | Beelden GF
Voor Lokaal 02 | 2023
 

 

Outreachend werk loont

Om op het lokale niveau inclusie tot stand te brengen sommen jeugdconsulenten John Ooms en Jochim Noels een aantal doorslaggevende factoren op. Zo is het belangrijk om volgehouden integraal gemeentelijk beleid te voeren op het vlak van outreachend werken. Het lokale bestuur van Ham zette vóór de eeuwwisseling al in op een fulltime straathoekwerker. Na Steve Roten kwam in 2019 Sas van de Buurt. Haar taken gaan verder dan enkel jeugd en jonge gezinnen. Ook buurten en (eenzame) ouderen zitten in het pakket. Daarnaast is er ook al tien jaar een integratieambtenaar en sinds kort een projectmedewerker kinderarmoede. Allemaal werken ze outreachend.

Meer weten? www.jeugdraadham.be

Ga met je dienst aan de slag

  • Gebruik je eigen talenten om naar de wijk te trekken.
  • Wees authentiek.
  • Durf, herhaal, doe.
  • De ervaring is dat je via heel veel poorten aan buurtactivering kunt doen.
  • Geloof erin.
  • Kun je bmx’en, skaten, gewoon goed knutselen, volleyballen, jongleren of muziek maken, pak je talent mee in de wijk. Creëer er je eigen vibe mee.
  • De buurt ziet je graag komen. Dat is vooral wat wij ervaren.