Auteur:

Gepubliceerd op: 25-04-2022

De Vlaamse regering wil doorgaan met de digitalisering van het verkiezingsproces, zo blijkt uit de visienota die ze op 18 februari 2022 goedkeurde. De raad van bestuur van de VVSG heeft over de verschillende elementen in de visienota een standpunt ingenomen en bezorgd aan Vlaams minister Bart Somers.

Voor alle duidelijkheid: de nu voorgestelde aanpassingen komen bovenop de wijzigingen van het kiesdeceet en het decreet lokaal bestuur van 2021, met o.m. de schrapping van de opkomstplicht en de afschaffing van het effect van de lijststem bij de lokale en provinciale verkiezingen van 2024. Nu gaat het vooral over het verliezingsproces.

De VVSG onderschrijft de doelstelling van de Vlaamse regering om alle nieuwe regels uiterlijk in oktober 2023, dus een jaar voor de verkiezingen rond te hebben. Hoewel Vlaanderen bevoegd is voor de organisatie van de lokale en provinciale stembusslag, vraagt de VVSG toch maximale afstemming met het federale niveau. Je krijgt immers moeilijk uitgelegd dat Vlaanderen zou regelen dat iemand die al twee keer gezeteld heeft in een stem- of telbureau een volgende oproeping mag weigeren, maar dat dit niet zou gelden voor de Vlaamse, federale of Europese verkiezingen omdat hiervoor alleen de federale overheid bevoegd is.

De VVSG vindt het goed dat het maximaal aan kiespropaganda te besteden bedrag niet langer op het aantal kiezers zou gebaseerd zijn (want dat is pas laat tijdens de campagne bekend), maar op een voorlopige kieslijst op 1 mei. Als Vlaanderen die dan toch zou opstellen, vraagt de VVSG dat de gemeenten die meteen ook zouden kunnen gebruiken voor het samenstellen van de stem- en telbureaus.

De VVSG verwelkomt het voorstel dat het indienen van de kandidatenlijsten alleen nog digitaal zouden mogen gebeuren, maar vraagt voldoende aandacht voor de ondersteuning die gemeenten hierbij wellicht zullen moeten bieden. Bij een digitale indiening verdwijnt ook de noodzaak aan één weekend waarop die lijsten moeten worden ingediend. Verder kan ook de volgende stap (het indienen van de akten van voordracht) gerust digitaal verlopen, op voorwaarde dat mandatarissen en besturen hiervoor kunnen beschikken over performante software.

De Vlaamse regering speelt met de idee om de kiesresultaten voortaan per stembureau bekend te maken, op voorwaarde dat een bureau ten minste 500 effectieve kiezers telt. De VVSG kan dit principieel volgen, maar met een aantal vragen. Aangezien de opkomstplicht niet meer geldt, weet niemand vooraf hoeveel kiezers er in een bureau zullen komen opdagen. Is het praktisch doenbaar om pas op de verkiezingsdag zelf te beslissen welke bureaus in functie van de telling moeten worden samengevoegd omdat ze apart niet aan 500 uitgebrachte stemmen komen? En wat is de sociologische relevantie van de aparte resultaten van bv. vijf stembureaus waarover de kiezers van één dorp of wijk op basis van de eerste letter van hun straat- of familienaam verdeeld zijn? Als Vlaanderen ook wil experimenteren met kiezers zelf te laten bepalen naar welk stembureau ze gaan, is het al helemaal onduidelijk wat nog de meerwaarde van stemresultaten per kiesbureau is.

De Vlaamse overheid blijft ijveren voor een uitbreiding van het digitaal stemmen. Toch zou de regering het nu mogelijk maken dat in fusiegemeenten in oktober 2024 zowel op papier als digitaal wordt gestemd als dit in de fuserende gemeenten ook het geval was. De samenvoegingen van 2019 gingen wel gepaard met een versnelde digitalisering van de verkiezingen in enkele gemeenten. Het is niet duidelijk waarom dat nu niet het geval zou zijn. Bovendien rijst de vraag wat er dan gebeurt als er in die nieuwe gemeenten begin 2025 onverwacht federale verkiezingen zouden moeten worrden georganiseerd. Kan dat dan ook nog met twee systemen op het grondgebied van één (nieuwe) gemeente?

Wat de samenstelling van de stem- en telbureaus betreft, vraagt de VVSG dat de regelgever alleen de algemene regels zou bepalen (bv. bepaalde onverenigbaarheden), en dit voor de rest zou overlaten aan de lokale besturen zelf. Zij weten immers hoe die rekrutering van medewerkers het best verloopt. Lokale besturen vragen wel steun in de communicatie over het feit dat, hoewel de opkomstplicht in oktober 2024 niet meer zal gelden, iiemand die wordt opgeroepen om te zetelen in een stem- of telbureau dit toch zal moeten doen.

De VVSG wil over elk van deze punten verder het gesprek aangaan met de Vlaamse overheid. 

Jan Leroy

Jan Leroy