Auteur:

Gepubliceerd op: 04-05-2022

Lokale besturen hebben nog heel wat vragen hebben bij het financieel kader dat Vlaanderen opgemaakt heeft voor de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne. Daarom ging VVSG in overleg met de Vlaamse administratie om een aantal antwoorden te krijgen. De belangrijkste informatie is verwerkt op de Oekraïne pagina’s van het VVSG kennisnetwerk.  We zetten hieronder de belangrijkste punten op een rij:

  • De startdatum voor mogelijke subsidiëring van slaapplekken in categorie één en twee is 14 maart 2022.  Voor slaapplekken categorie drie (nooddorpen) start de subsidieerbare periode op 8 april.
  • Eventuele nodige opknapwerken kunnen in rekening gebracht worden als de factuurdatum van 14 maart of later is. Om beroep te kunnen doen op deze subsidie moet het lokaal bestuur gedetailleerde facturen of andere bewijsstukken voor de uitgevoerde werken voorleggen. Indien een lokaal bestuur de werken met een eigen klusjesdienst uitvoert, komen de loonkosten alsook de kosten voor het gebruikte materiaal in aanmerking. Ze dienen in dit geval een verklaring op eer in te dienen over de loonkosten alsook de materiaalkosten.
  • Opvangplaatsen in gastgezinnen die vanaf 14 maart 2022 nog minimaal 3 maand beschikbaar zijn, komen in aanmerking voor subsidiëring wanneer er in deze tijd effectief gedurende een bepaalde periode Oekraïense vluchtelingen gehuisvest worden. Er moeten geen effectieve nachten meer geteld worden en het is mogelijk in om deze periode opeenvolgende vluchtelingen op te vangen, al dan niet met onderbreking.
  • Het is mogelijk om de startdatum  van de locatie in het verleden te registreren, maar niet vroeger dan 14 maart 2022. Locaties die niet doorstromen uit de federale housing tool omdat ze reeds ingenomen zijn, moeten manueel ingegeven worden.
  • Lees meer over de federale en Vlaamse huisvestingstool op Crisis & duurzame huisvesting.
  • De VVSG vroeg hoe lokale besturen kunnen aantonen dat een locatie ‘op verzoek van het lokaal bestuur’ ter beschikking werd gesteld: is er bijvoorbeeld een beslissing van het college van burgemeester en schepenen nodig? Of is loutere validatie in de Vlaamse huisvestingstool voldoende? Het  besluit van de Vlaamse Regering legt daarover geen specifieke voorwaarden op. Het zijn in ieder geval geen plekken in een woning die geregistreerd is als hoofdverblijfplaats van een private persoon of in een tweede of bijkomende verblijfswoning van een private persoon. Op de website Vlaanderen helpt Oekraïne staat over de publieke plekken het volgende: “Publieke slaapplekken zijn plekken die door het lokaal bestuur zelf of op vraag van het lokaal bestuur werden ingericht”. In het laatste geval is een overeenkomst aangewezen om de modaliteiten van het gebruik en de onderlinge financiering te regelen. Uiteindelijk zal het lokaal bestuur zelf moeten aangeven via de Vlaamse Huisvestingstool of het al dan niet over een private of publieke plek gaat.

Nog niet alle vragen zijn beantwoord. Zo vraagt de VVSG nog steeds duidelijkheid over de verhouding met de subsidies voor de sociale woonactoren? Ook vragen we nog om de bepaling in het besluit van de Vlaamse Regering rond de unieke instroom te verduidelijken, om te bepalen hoe  de clusters van gemeenten geformaliseerd kunnen worden, …. Tijdens de webinar van 29 april kondigde de Vlaamse overheid aan een FAQ op te maken. De VVSG hoopt dat deze FAQ nog meer duidelijkheid brengt.

Joris Deleenheer