Gepubliceerd op: 15-11-2022

Om de verzading van het opvangnetwerk te verminderen, neemt de federale overheid opnieuw een maatregel die verzoekers internationale bescherming (IB) toelaat om de opvang te verlaten. Deze maatregel kan ook gevolgen hebben voor de lokale besturen. Door de opheffing van de toewijzing aan een opvangstructuur (hierna de code 207) kunnen deze verzoekers IB immers het recht op maatschappelijke dienstverlening openen. Dit betekent dat ze een equivalent leefloon en andere aanvullende hulp kunnen vragen indien ze ook de andere toekenningsvoorwaarden vervullen. De VVSG is bezorgd over de gevolgen van deze nieuwe maatregel en wil de impact ervan opvolgen.

Opheffing van de toewijzing aan een opvangstructuur: instructie Fedasil

De instructie van Fedasil van 10 november 2022 voorziet 2 mogelijkheden: een verplichte alsook een vrijwillige opheffing van de code 207.

Voor de verplichte opheffing van de code 207 in de collectieve opvangstructuren worden de voorwaarden voorzien in de bestaande regeling voor werkende bewoners van opvangstructuren hernomen. De code 207 wordt pas verplicht opgeheven als de tewerkstelling voldoende zekerheid biedt op basis van een stabiele arbeidsovereenkomst en een voldoende hoog loon. Die regeling zou een zekere garantie moeten bieden dat deze verzoekers IB niet (meteen) moeten aankloppen bij het OCMW met de vraag voor een (aanvullend) leefloon. Er is geen huisvestingsvoorwaarde.

In tegenstelling tot de bewoordingen in de instructie, wordt de verplichte opheffing ook toegepast op LOI-bewoners die al meer dan 6 maanden aan het werk zijn en nog steeds aan het werk waren eind september 2022. Bovendien moeten deze LOI-bewoners ofwel gedurende de eerste 6 maanden van 2022 minstens een loon gelijk aan 6 maanden leefloon ontvangen hebben ofwel tussen januari 2021 en juni 2022 minstens een loon gelijk aan 12 maanden leefloon ontvangen hebben. Ook al vermeld de opheffingsbeslissing een vertrektermijn van 32 dagen, toch geldt voor de LOI-bewoners een vertrektermijn van 2 maanden.

Voor een vrijwillige opheffing van de code 207 zijn de voorwaarden veel ruimer. De bewoner moet al 4 maanden in de collectieve opvang verblijven en alle volwassen gezinsleden moeten een lopende procedure internationale bescherming hebben. Daarnaast moet de bewoner ofwel betaald werk hebben maar de tewerkstelling beantwoordt niet aan de voorwaarden voor een verplichte opheffing, ofwel regelmatig gewerkt hebben tijdens de voorbije 4 maanden ofwel concrete vooruitzichten hebben op werk op zeer korte termijn. Er is geen voorwaarde m.b.t. het loon. De bewoner moet wel een duurzame verblijfsoplossing hebben maar concreet betekent dit enkel dat de bewoner een adres moet opgeven.

Flankerende maatregelen

Om het vinden van huisvesting te faciliteren voor zowel de bewoners die moeten vertrekken als de bewoners die kunnen vertrekken, zal er bij samenwoonst met een gastgezin geen rekening gehouden worden met elkaars inkomen. Dat geldt tot 1 april 2023 voor de verzoekers IB die onder deze instructie vallen. Daartoe kan er vanaf 8 december 2022 een specifieke code LOG (07) in IT 141 gezet worden waardoor beide gezinnen als aparte gezinnen beschouwd worden, te vergelijken met de code (LOG) 06 bij de tijdelijk beschermden uit Oekraïne. Na 6 maanden vanaf de inschrijving vervalt de code (LOG) 07 in IT 141. Lees meer in de Instructie van het Rijksregister.

In de Echo van 30 november 2022 bevestigt de POD MI dat het samenwonen geen impact heeft op de berekening van het (equivalent) leefloon waarop zij eventueel recht hebben en dit tijdens de eerste 3 maanden toekenning. Het OCMW van de plaats van inschrijving voor het hoofdverblijf in het wachtregister is bevoegd.

Impact op de OCMW's

Het is onduidelijk hoe groot de impact zal zijn. Op basis van de laatste cijfers komen ongeveer 1.200 bewoners in aanmerking voor een verplichte opheffing. Die zouden in principe niet (meteen) bij het OCMW mogen terechtkomen. Hoeveel bewoners in aanmerking komen voor een vrijwillige opheffing is minder duidelijk. De vraag is ook hoeveel bewoners een aanvraag willen doen. De vorige instructie van Fedasil van 12 juli 2022 waarbij een vrijwillige opheffing op basis van tewerkstelling mogelijk was, had niet zoveel succes. Nu wil Fedasil de bewoners er evenwel ook op wijzen dat er begin 2023 een gewijzigde regeling komt voor werkende bewoners waarbij het de bedoeling is dat de bijdrage die werkende bewoners moeten betalen eindelijk ook effectief geïnd zal worden. Dat de collectieve opvangstructuren niet kunnen nagaan welke bewoners werken en dat Fedasil de bijdragen niet int als die niet vrijwillig betaald worden, is immers al langer een pijnpunt in de bestaande regeling. Lees meer in de VVSG-nota

De VVSG blijft van mening dat dergelijke maatregelen te vermijden zijn. Zowel voor de OCMW’s die al zwaar overbevraagd zijn als voor de betrokken verzoekers IB zelf. Bij de verplichte opheffing bestaat het risico dat zij geen eigen woning vinden binnen de maand en dan een beroep moeten doen op opvang bij familie en vrienden. Bij de vrijwillige opheffing bestaat het risico dat zij toch niet duurzaam terecht kunnen op het opgegeven adres, ook vaak van familie of vrienden. In beide gevallen is de kans behoorlijk groot dat zij op een gegeven moment moeten vertrekken, ook al wordt er met elkaars inkomen geen rekening gehouden. Dan moet er een andere oplossing gevonden worden en dat zal niet eenvoudig zijn want de private huurmarkt is compleet verzadigd. Zo ontstaat een risico op dakloosheid. Dat kan ook ernstige gevolgen hebben voor het verloop van de procedure IB.

De VVSG wil de impact van deze instructie op de OCMW’s kunnen opvolgen. Laat het ons dus weten als jullie hulpvragen van deze groep ontvangen. Fabienne.crauwels@vvsg.be

Lees hier meer.

Fabienne Crauwels - Stafmedewerker vreemdelingenbeleid