Auteur:

Gepubliceerd op: 07-04-2022

De invoering van een nieuw functieclassificatiesysteem (IFIC) voor de zorgsector zorgt ervoor dat in sommige woonzorgcentra (WZC’s) bepaalde medewerkers (bijv. de hoofdverpleegkundige) meer verdienen dan hun directeur. Dat heet omgekeerde loonspanning. De IFIC-classificatie is uitgewerkt voor de volledige zorgsector (privaat en publiek). Bij de private sector is de verloning van de directeur buiten de IFIC-classificatie gehouden. De uitrol van IFIC in de publieke sector volgde pas later en is voor de woonzorgcentra nu in volle uitvoering, waardoor de omgekeerde loonspanning met de openbare barema’s van de woonzorgdirecteurs tot uiting komt. 

De verloning van de WZC-directeuren gebeurt momenteel binnen de gekende loonbarema’s ‘Kelchtermans’, toepasselijk binnen de lokale besturen. Bepalende factoren hierbij waren tot op heden het gewenste diploma (bachelor of master), grootte van de organisatie, diversiteit aan zorgdiensten, mate van autonomie en eindverantwoordelijkheid, … Lokaal houdt men bij het bepalen van het functiebarema’s rekening met het barema van andere ‘vergelijkbare’ leidinggevende functies binnen het lokaal bestuur. De budgettaire marge van een stad of gemeente speelt onrechtstreeks ook mee.

De VVSG werkt momenteel aan een richtvoorstel waarbij we de negatieve loonspanning met de hogere IFIC-functies wensen weg te werken. We willen een uniform systeem voor de komende 10 jaar, dat voor alle huidige directeurs kan worden toegepast, en tegelijk voldoende rekening houdt met de lokale situatie. We doen dit in samenwerking met de HR-diensten van de lokale besturen en in dialoog met de diverse stakeholders. Remuneratie is klassiek een heel gevoelig thema.

Het is alvast duidelijk dat er op korte termijn iets zal moeten gebeuren, willen we de functie van openbare woonzorgdirecteur aantrekkelijk houden. Het is belangrijk om perspectief te bieden aan de huidige directeurs die de afgelopen periode uitzonderlijke inspanningen leverden en via IFIC een onaangename vaststelling deden. Voor deze beroepsgroep speelt de concurrentie met de private sector op de arbeidsmarkt als nooit tevoren. De private sector ziet de bekwame openbare woonzorgmanagers graag komen.

Het beroep van WZC-directeur is de laatste jaren moeilijker in te vullen. Een divers takenpakket met veel ‘people management’, flexibel omgaan met personeelstekorten, toenemende verwachtingen van bewoners, familie en een noodzakelijke superspecialisatie in complexe financieel-administratief regels zijn vaak gehoorde oorzaken.  Het verwachtingsprofiel van een directeur is duidelijk niet meer te vergelijken met de functie van ‘dagelijks verantwoordelijke’ zoals die in 1985 in het Vlaams bejaardendecreet werd ingeschreven. De professionalisering van rusthuizen naar woonzorgcentra, vaak in verzelfstandigde openbare welzijnsverenigingen, dat vraagt woonzorgmanagers met de juiste skills, en een gepaste verloning.

 

Foto: WZC Molenstee, Kampenhout

Mike Deschamps