Auteur: Steven Verbanck
Gepubliceerd op: 21-03-2023
Gemeenten hebben nood aan afwegingskaders om de beoordeling van kapvergunningen te stroomlijnen met duidelijke weigeringsgronden en ontradende voorwaarden en lasten. Dat blijkt uit een studie uitgevoerd door BOS+ en Advocaten Leuven, in opdracht van de Vlaamse Overheid, departement Omgeving.
Ook al worden dergelijke aanvragen in de meeste gevallen toegestaan, tegelijk leggen gemeenten voorwaarden en lasten op zoals het behoud van welbepaalde bomen, heraanplantingen of het betalen van een financiële last. Vooral de tuinen in woonparkgebieden leveren veel aanvragen tot het kappen van bomen op. Als reden geeft de eigenaar dan dat hij op de plek van de boom een gebouw of verharding wil, maar vaak ook gewoon dat de boom overlast of gevaar zou opleveren.
Uit de studie blijkt ook dat een significant deel van de gemeente de vergunningsplicht voor het kappen van bomen verstrengd heeft, of dat wel zou willen, maar sinds 2009 is dat niet meer mogelijk in een nieuwe stedenbouwkundige verordening. De meest voorkomende verstrengingen zijn het verkleinen van de omtrek van vrijgestelde bomen en het verkleinen van de straal rond een vergunde woning of gebouw waarbinnen vrijstellingen gelden.
Tegelijk blijkt de handhaving van het onvergund kappen problematisch en voornamelijk naar aanleiding van klachten gebeurt. Gemeenten zoeken ook naar de makkelijkste manier om de heraanplantverplichting nageleefd te zien, bv. met een waarborg.
De volledige tekst van de studie is te vinden bij de Vlaamse overheid, departement Omgeving.