Auteur:

Gepubliceerd op: 18-06-2020

De woonzorgcentra zijn de schietschijf in de coronacrisis: het hoge aantal overlijdens bij de bewoners zou het gevolg zijn van een falend ouderenbeleid en van slecht management. Woonzorgcentra zouden zelfs de bron van de problemen zijn! Terwijl ze juist een cruciale rol spelen in de zorg voor oudere en kwetsbare mensen, liefst ingebed in de lokale samenleving.

Dat het coronavirus hard toesloeg in de woonzorgcentra is niet verwonderlijk. De bewoners behoren allemaal tot de risicogroep: 80-plussers die veel zorg en ondersteuning nodig hebben en samenwonen op één plaats. Bovendien zette de federale overheid bij de aanvang van de pandemie vooral in op de ziekenhuizen, waardoor het virus op kousenvoeten de woonzorgcentra kon binnensluipen. Terwijl het ziekenhuispersoneel van kop tot teen ingepakt rondliep om zichzelf en de patiënten tegen het coronavirus te beschermen, was er voor de medewerkers van de woonzorgcentra nauwelijks beschermingsmateriaal voorradig. Zij werkten wekenlang met de richtlijn dat ‘zorgkundigen en verpleegkundigen enkel chirurgische mondmaskers dragen bij effectief besmette COVID-bewoners'. Moeilijk, als er geen testmateriaal voorhanden is om te testen wie er al dan niet besmet is. Dit heeft geleid tot een verspreiding van het virus. 

Moeten we dan gewoon terug naar de orde van de dag en hopen dat het bij een eventuele volgende pandemie wel zal meevallen? Natuurlijk niet. Nu al spelen lokale besturen - toch goed voor een derde van de capaciteit - in op een mogelijke nieuwe uitbraak. Ze zorgen zelf voor een voorraad beschermingsmateriaal en ze doen aanpassingen aan de infrastructuur. Woonzorgcentra zijn een thuisvervangende omgeving voor oudere mensen die niet langer zelfstandig thuis kunnen wonen, ook niet met de ondersteuning van mantelzorg of thuiszorg. Zorg is belangrijk voor de bewoners, maar dan in een aangename woon- en leefomgeving met betrokkenheid van de familie en vrienden. Geen grootschalige semi-ziekenhuizen, maar kleine voorzieningen, ingebed in de buurt waar mensen altijd gewoond hebben en met een verbinding met het gemeenschapsleven in de buurt. Niet beheerd vanop afstand en uit geldgewin, maar door lokale besturen en initiatieven die ingebed zijn in de plaatselijke gemeenschap en voor wie het woonzorgcentrum in de eerste plaats een publieke dienstverlening aan die gemeenschap is. Ze moeten beter gefinancierd worden dan nu, met een betere personeelsomkadering en goed geschoold personeel. Werkzaam in brede samenwerkingsverbanden met de thuiszorg, de huisartsen en andere voorzieningen en met een goede ondersteuning door de ziekenhuizen die met raad en daad kunnen bijspringen waar nodig. Zo’n lokale verankering is cruciaal voor de concrete hulpverlening op het terrein. Het is alleszins waar de publieke woonzorgcentra voor willen staan.

Wim Dries, voorzitter van de VVSG, de koepel van de Vlaamse lokale besturen en hun zorgvoorzieningen, waaronder 240 woonzorgcentra

Wim Dries