Auteur: Lieselot Decalf
Gepubliceerd op: 28-09-2022
Aangepaste voorwaarden voor erkenning en subsidiëring
Begin september keurde de Vlaamse regering het gewijzigde Onroerenderfgoedbesluit definitief goed. Het nieuwe besluit verandert de voorwaarden voor lokale besturen om erkend en gesubsidieerd te worden als intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst (IOED) of onroerenderfgoedgemeente (OEG). Voor het eerst kan een erkende OEG ook een subsidie aanvragen. Voor de vijf Vlaamse kunststeden (Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Mechelen) gaat het om 90.000 euro. Voor de overige centrumsteden en de steden die minstens twee werelderfgoederen op hun grondgebied hebben, gaat het om 50.000 euro. De andere erkende onroerenderfgoedgemeenten krijgen 10.000 euro.
Een IOED kan bij de volgende erkenningsronde (vanaf 1 januari 2027) een budget krijgen van 120.000 euro als het werkingsgebied minstens 100.000 inwoners telt en de deelnemende gemeenten samen minstens hetzelfde bedrag bijeenbrengen voor de werking van de IOED. Nieuw is dat de subsidies gekoppeld worden aan de gezondheidsindex.
Lokale toelatingsplichten mogelijk
Een erkende Onroerenderfgoedgemeente zal vanaf 1 januari 2023 aan vastgestelde items uit de inventarissen bouwkundig erfgoed zelf een aantal toelatingsplichten kunnen koppelen. Het Onroerenderfgoedbesluit bepaalt meer specifiek dat het kan gaan over aanpassingen aan de buitenschil van gebouwen, over de structuur van tuinen, parken en begraafplaatsen met erfgoedwaarde en tenslotte over het interieur van geïnventariseerde gebouwen. Het besluit beschrijft ook de procedure die nodig is om een toelating te krijgen.
Meer info op de webstek van het Agentschap Onroerend Erfgoed
