Auteur:

Gepubliceerd op: 30-11-2022

Op dinsdag 29 november heeft de VVSG overleg gehad met minister Verlinden over de financiering van de lokale politie. Aanleiding voor het overleg was de brief die de VVSG (samen met UVCW en Brulocalis) eind oktober had geschreven naar minister Verlinden. In de brief had de VVSG haar bezorgdheid geuit over een mogelijke vermindering van de middelen van het verkeersveiligheidsfonds voor de politiezones. Daarnaast vroeg de VVSG in de brief ook verduidelijking over een aantal federale dotaties aan de lokale politie. Tijdens het overleg heeft minister Verlinden duidelijkheid geschept over een aantal financieringsaspecten van de lokale politie.

Verkeersveiligheidsfonds

De federale overheid is niet van plan om de middelen die de politiezones uit het verkeersveiligheidsfonds ontvangen substantieel te verminderen. Kortom, de federale overheid zal het artikel die dat toelaat (artikel 3,4° van de wet op het verkeersveiligheidsfonds) niet activeren.

Volgens minister Verlinden blijven de middelen uit het verkeersveiligheidsfonds – zowel de eerste als de tweede schijf van het verkeersveiligheidsfonds – voor de politiezones gegarandeerd.  De tweede schijf – die pas vijf jaar later wordt betaald aan de zones – zal in 2023 (saldo 2018) ongeveer 89 miljoen euro bedragen. Ter vergelijking: in 2022 was dit ongeveer  41 miljoen euro. Deze verhoogde tweede schijf geeft aan de zones wat meer financiële ademruimte in de huidige moeilijke budgettaire situatie. De VVSG heeft ook gevraagd om de gegevens over de tweede schijf (saldo 2019 en 2020) voor 2024 en 2025 ook al te communiceren want die gegevens zouden al beschikbaar moeten zijn. Volgens minister Verlinden zal de tweede schijf in 2024 (saldo 2019) waarschijnlijk niet verminderen maar er is wel een daling mogelijk voor 2025 (saldo 2020) omwille van Corona (lees: minder geïnde boetes).

Financiering sectoriaal akkoord 2018

In 2018 heeft de federale regering een sectoraal akkoord afgesloten voor de politie. De uitvoering van dat akkoord komt in 2023 op kruissnelheid met de invoering van de maaltijdcheques voor het politiepersoneel, dit kost de politiezones jaarlijks ongeveer 40 miljoen euro extra vanaf 2023.

In 2018 is toen de belofte gemaakt dat dat de meeropbrengsten van dit sectoraal akkoord (zowel de fiscale meeropbrengsten als de bijkomende patronale bijdragen) voor de federale overheid zullen terugvloeien naar de lokale zones. De voorbije jaren heeft de federale regering elk jaar 4,5 miljoen als compensatie uitgekeerd aan de zones. De VVSG heeft aan de minister de vraag gesteld op welke compensaties de zones kunnen rekenen in 2023.  Want het was tot op heden niet duidelijk of de compensaties mee zouden stijgen met de stijgende meerkosten (door de invoering van de maaltijdcheques) voor de zones. Volgens minister Verlinden worden de compensaties voor 2023 niet verhoogd. Maar de bestaande compensatie van 4,5 miljoen blijft als dotatie voor de zones wel bestaan.

Financiering sectoraal akkoord 2022

Minister Verlinden heeft begin 2022 een nieuw sectoraal akkoord – met loonsverhoging voor het politiepersoneel – gesloten met twee politievakbonden. Dit sectoraal akkoord zou de lokale politiezones ongeveer 105 miljoen euro kosten. De VVSG heeft steeds het standpunt ingenomen dat deze factuur niet mag worden doorgeschoven naar de lokale besturen. Minister Verlinden heeft tijdens de onderhandelingen dit standpunt gevolgd. Minister Verlinden heeft tijdens het overleg nogmaals bevestigd dat de federale overheid de meerkosten van het sectoraal akkoord 2022 voor haar rekening neemt. De VVSG is tevreden dat de minister Verlinden zich aan haar belofte houdt en de factuur niet doorschuift naar de lokale besturen. De VVSG heeft aan de minister gevraagd dat de zones de beloofde compensaties voor het sectoraal akkoord 2022 in hun begroting kunnen opnemen zodra de meerkosten voor de zones berekend zijn.

De streefdatum voor de inwerkingtreding van dit nieuw sectoraal akkoord was voorzien voor 1 januari 2023. Maar tijdens het federaal begrotingsconclaaf in oktober 2022 is beslist om de uitvoering van het geldelijk luik gefaseerd in te voeren. Het geldelijk luik van het sectoraal akkoord zal in drie fasen worden uitgevoerd:
- vanaf 1.10.2023 wordt 45% van de voorziene loonsverhoging toegekend
- vanaf 1.10.2024 wordt nogmaals 45% toegekend
- vanaf 1.10.2025 wordt de laatste 10% toegekend

Daarnaast is de invoering van dit geldelijk gekoppeld aan het uitdoven van de  NAVAP.

Financiering NAVAP

Tijdens het federaal begrotingsconclaaf heeft de federale overheid beslist dat de NAVAP-regeling progressief zal uitdoven tegen 2030.   NAVAP staat voor non-activiteit voorafgaand aan de pensionering. Hierdoor kunnen politieambtenaren onder bepaalde voorwaarden vier jaar voor hun vervroegd pensioen – vanaf 58 jaar – stoppen met werken. Tijdens de NAVAP-periode ontvangen politiemensen een wachtgeld dat ongeveer 75 procent van hun loon bedraagt als ze een volledige loopbaan hebben.

De politiezones zijn de voorbije jaren hiervoor gecompenseerd via een federale subsidie. Voor 2023 heeft de federale begroting hiervoor 32 miljoen voorzien. Maar de federale financiële tussenkomst voor die NAVAP zou stoppen vanaf 1 oktober 2023. De VVSG vroeg zich af of dit  betekent dat de zones vanaf oktober 2023 en de jaren daarna de effectieve kost van de NAVAP-regeling voor hun rekening zouden moeten nemen. Dit zou voor zware financiële meerkosten zorgen bij de lokale politiezones. Minister Verlinden heeft bevestigd dat de federale financiering van de NAVAP voor de zones voorzien is tot eind september. Maar dit betekent volgens minister Verlinden nog niet dat er vanaf oktober 2023 geen federale financiering voor de zones meer zal zijn voor de NAVAP. De federale regering heeft hierover nog geen beslissing genomen. Minister Verlinden wil de financiering van de NAVAP bekijken in het licht van de gefaseerde uitdoving van de NAVAP-regeling.

Indexering federale dotaties

De federale basisdotaties worden geïndexeerd zoals wettelijk bepaald. De federale dotaties zijn steeds gebaseerd  op een raming van de evolutie van de gezondheidsindex. Maar de geraamde bedragen worden gecorrigeerd zodra de definitieve gezondheidsindex is vastgesteld. Zo zullen de geraamde bedragen van de federale dotaties voor 2022 gecorrigeerd worden zodra in januari 2023 de definitieve gezondheidsindex voor 2022 is vastgesteld. Hetzelfde zal gebeuren voor de federale basisdotaties in 2023. De VVSG heeft aan minister Verlinden gevraagd om de gecorrigeerde bedragen van de federale basisdotaties te communiceren aan de zones zodra ze duidelijk zijn. Minister Verlinden zal de cijfers communiceren zodra ze vastgesteld zijn.

Stijgende pensioenlasten lokale politiezones

Tijdens het overleg heeft de VVSG nogmaals aandacht gevraagd voor de stijgende pensioenlasten voor de lokale politiezones en ook de hulpverleningszones. Minister Lalieux is bevoegd voor de pensioen maar het is belangrijk dat minister Verlinden - als voogdijminister van de politie  - ook op de hoogte is van de stijgende statutaire pensioenlasten bij de lokale politie en het effect ervan op de financiering van de lokale politie.

Zo blijkt uit de ramingen 2021-2027 van de Federale Pensioendienst (september 2022) dat de statutaire pensioenlast voor de Vlaamse politiezones in 2023 met 34 miljoen stijgt ten opzichte van 2022.

De VVSG verzamelt samen met UVCW en Brulocalis cijfermateriaal om het debat over de financiering van de statutaire pensioenlasten van de politie- en de hulpverleningszones op het federale niveau mee te voeden. 

Sinds vrijdag 25 november is eindelijk ook de rondzendbrief met  begrotingsrichtlijnen 2023 voor de lokale politie beschikbaar. 

Koen Van Heddeghem