Gepubliceerd op: 14-12-2022

Situering

In Vlaanderen zijn de lokale besturen de overheden die zich engageren om de klimaattransitie naar een fossielvrije samenleving vorm te geven. Nagenoeg alle gemeenten hebben de Burgemeestersconvenant 2030 onderschreven. De Vlaamse overheid wil de capaciteit van de lokale besturen een stuk versterken en doet dit via het instrument het lokale energie- en klimaatpact – afgekort LEKP. Vanuit VVSG hebben wij van bij de start mee nagedacht over de beste manier om dit instrument vorm te geven. We willen namelijk niet terug naar een systeem van “milieuconvenant” waarbij je als gemeente moet rapporteren over het aantal “stickers geen reclame” of het aantal compostmeesters die je als vrijwilliger inzet. Een ander moeilijk systeem voor lokale besturen is deze van de call’s, de projectoproepen, waarbij slechts enkele lokale besturen die een goed doordacht, creatief geschreven en becijferd dossier indienen, in de prijzen vallen voor een (groot) budget. De meeste lokale besturen ontbreekt het net aan tijd en middelen om een goed dossier voor te bereiden.

Contouren ontstaan LEKP1.0

Binnen dit spanningsveld opereert de VVSG om datgene waar te maken wat het belang van het lokale bestuur het beste dient. Voor het klimaatbeleid is daarbij de burgemeestersconvenant, waartoe bijna alle besturen zich engageren, richtinggevend..

In het eerste jaar van de legislatuur opteerde de Vlaamse regering om één miljoen vrij te maken voor het opzetten van klimaattafels. De VVSG werkte mee met het uitschrijven van een call, een jury samen te stellen en enkele gemeenten te belonen met een fikse subsidie. Deze werkmethode werd door de Vlaamse regering positief geëvalueerd. Daarom was de Vlaamse regering de mening toegedaan om deze methodiek op te schalen en aldus jaarlijks 10 miljoen te besteden via een gelijkaardig systeem. Vanuit de VVSG hebben we bepleit dit niet te doen, omdat om deze manier alle gemeenten in concurrentie treden met elkaar en we van oordeel zijn dat alle gemeenten een versterking van hun capaciteit nodig hebben..

Daarna lanceerde de minister van Binnenlands Bestuur een ‘pact’ waarin over verschillende werven afspraken zouden worden gemaakt tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen. Het LEKP1.0 gaat ervoor om alle lokale besturen te versterken. De lokale besturen sluiten een overeenkomst af over doelstellingen op lange termijn (2030) en koppelen deze doelstelling aan aantal inwoners, zodat gemeenten dit pact kunnen realiseren in nauwe samenwerking met hun inwoners. Gemeenten mogen zelf kiezen waarvoor ze de middelen inzetten, als ze dit budget maar verdubbelen. Er volgt geen inhoudelijk, maar slechts een financiële rapportage, zodat Vlaanderen kan kijken of de centen effectief (goed) besteed zijn. De inhoudelijke opvolging laten ze over aan hèt orgaan van de basisdemocratie: de gemeenteraad. De administratieve beslommering wordt zo minimaal als mogelijk gehouden. Naast de 10 miljoen reguliere middelen werd de pot nog extra gespijsd met bijna 15 miljoen. Het plan werd gelanceerd met de betrachting om elk jaar hetzelfde bedrag te voorzien en bovendien in de toekomst het instrument nog uit te breiden
Gevoeligste punt dat nog in de teksten is gebleven, is de rechtstreekse inmenging in de gemeentelijke autonomie met de vraag om belastingen op masten en pylonen van windturbines af te bouwen.

Van LEKP1.0 naar 2.0

De inkt van LEKP1.0 was nog niet droog en we kregen reeds de kans om mee na te denken over het voorstel van een 2.0. met een focus op renovatie. Intussen hebben reeds 208 gemeenten ingetekend op LEKP2.0 en kunnen we door deze verdere samenwerking met Vlaanderen rekenen op bijkomende capaciteitsversterkende middelen.

Lokaal klimaatbeleid is uiteraard meer dan LEKP

Zijn de middelen die Vlaanderen via LEKP ter beschikking stelt voldoende om de ganse energietransitie te financieren? Uiteraard niet. Daartoe is een budget van €1000 à €3000 per inwoner per jaar nodig. Evenwel, dit hoeft geen overheidsgeld te zijn, maar private middelen die bijvoorbeeld via rollende fondsen terugvloeien. We spreken hierbij ook niet van kosten, maar van investeringen. We zijn van oordeel dat de lokale besturen het best geplaatst zijn om te werken aan een systeem, samen met burgers en lokale bedrijven om deze dynamiek op te starten. De middelen van LEKP moeten de gemeenten helpen om verdere stappen te zetten in die richting.

Ook lokale besturen moeten hun verantwoordelijkheid nemen om de transitiemotor op gang te krijgen

Zijn de doelstelling die het LEKP vooropstelt te vergaand? Eigenlijk niet. Inzake collectieve renovatie streeft men nu naar 2,5% fossielvrije renovaties tegen 2030. Als we dat afzetten tegen de doelstellingen van de Burgemeestersconvenant (-40%) of Fit for 55 (-55%), dan zouden we tegen 2030 op koers moeten zitten naar een gebouwenpark die reeds voor ongeveer de helft fossiel vrij is.

We staan zoals je ziet voor enorme uitdagingen. Maar indien elk bestuursniveau, met de lokale besturen op kop, haar schouders hieronder zet, zetten we al een grote stap in de juiste richting. Dit zal enkel mogelijk zijn door de handen in elkaar te slaan en samen te werken om de transitie te versnellen.

Welke beleidspunten bepleiten we met VVSG

We willen hierbij meegeven wat de belangrijkste actiepunten zijn op vlak van energie en klimaat die we inzake belangenbehartiging momenteel naar voor schuiven:

  • Versterk de capaciteit van lokale besturen;
  • Stop met een systeem van call’s (het LEKP is daartoe voor de gemeenten het geschikte instrument);
  • Zorg voor rendabele business cases waardoor investeringen rendabel zijn;
  • Realiseer deze business cases door een tax-shift, met minder heffingen op elektriciteit en meer op fossiel. Maak dit concreet door alvast de ODV’s uit de elektriciteitsfactuur te halen;
  • Zorg ervoor dat energiedelen een rendabele uitwerking krijgt (liefst met een sociale dimensie), zodat het steeds de moeite is om op daken de zonnepanelen te maximaliseren:
  • Zorg voor een structureel financieringsinstrument om investeringen in de transitie te kunnen bewerkstelligen voor iedereen, ook voor zij die daar momenteel geen financiële marge toe hebben.

Knelpuntennota

Binnen LEKP1.0 is voorzien dat om de 6 maanden een drempelnota aan de Vlaamse Regering wordt voorgelegd omtrent zaken die de uitwerking van energie- en klimaatbeleid tegenhouden.

VVSG heeft begin dit jaar haar knelpuntennota op- en overgemaakt, met daarin 21 knelpunten waar we graag oplossingen voor willen. Er werd geen formeel overleg ingepland tussen VVSG en Vlaanderen om deze knelpuntennota te bespreken.
Eind oktober pas is er een ‘drempelnota’ voorgelegd geweest aan de Vlaamse regering, met daarin slechts 4 items die zouden worden aangepakt:

  • Werf 1 vergroening: Een oplossing voor de minimale plantafstand voor bomen op openbaar domein ten opzichte van perceelsgrenzen (knelpunt ontstaan door wijzigingen in het veldwetboek en burgerlijk wetboek).
  • Werf 2 ‘verrijk je wijk’: vermelding van het Noodkoopfonds.
  • Werf 3 mobiliteit: opmaak van een overzicht van mogelijke kwaliteitsvereisten voor aanbieders van deelsystemen, dat lokale besturen in bestekteksten kunnen integreren
  • Werf 4 water: bundelen van beschikbare kennis en ondersteunen van lokale besturen en hun ondersteunende partners rond hemelwater- en droogteplannen.

We vernemen dat men in deze drempelnota enkel zaken wou opnemen waarvan er nu reeds concreet zicht is op het effectief wegwerken het knelpunt. Onze VVSG knelpunten nota werd zelfs formeel niet geagendeerd in de bijlage van de bespreking.

We vinden dit een gemiste kans: Het LEKP is een wederzijdse overeenkomst, met rechten en plichten langs beide kanten. Voor de VVSG was naast de methodiek en de financiële ondersteuning, de inhoudelijk samenwerking (minstens) even belangrijk. Op die manier verliezen we kostbare tijd om echt werk te maken van een toekomstig Vlaanderen zonder uitstoot.

Vervolg met LEKP2.1

LEKP is voor VVSG dé goede basis om de samenwerking tussen de Vlaamse overheid en lokale besturen omtrent energie en klimaat verder uit te bouwen. Het instrument mag en kan verder groeien, van 1.0 naar 2.0 naar 2.1 en verder.

Naar we vernemen wordt de LEKP2.1 eerstdaags ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Daarin zullen opnieuw middelen doorvloeien naar de lokale besturen om het klimaatbeleid te versterken. De focus zal daarbij liggen op effectieve collectieve renovatie en het opzetten van lokale energiegemeenschappen. 

Standpunt

Het LEKP is voor lokale besturen het goede instrument om het lokale klimaatbeleid te versterken. Laten we er samen wel voor zorgen dat we zo veel mogelijk gemeenten mee kunnen houden in dit verhaal, want eens te meer stellen we vast dat de klimaattransitie absoluut noodzakelijk is en moet versneld worden.

Enkele aandachtspunten die we samen met Vlaanderen willen bekijken om het LEKP nog verder succesvol te kunnen maken:

  • Consolideer wat er nu reeds is door de budgetten voor de 1.0 over langere termijn te garanderen en op te trekken.
  • Blijf het basisidee genegen om de rapportageverplichtingen en de administratieve rompslomp zo beperkt mogelijk te houden.
  • Neem de contractuele overeenkomst van de 1.0 ernstig en maak werk van een structurele oplossing van de knelpunten de we reeds aanbrachten.