Gepubliceerd op: 17-04-2020

De nationale veiligheidsraad besliste woensdag 15/04/2020 dat bewoners van woonzorgcentra en andere residentiële voorzieningen elk één vaste bezoeker mogen ontvangen. Dit schoot zowel bij de woonzorgcentra als hun respectievelijke koepelorganisaties in het verkeerde keelgat. “Ik ging ervan uit dat de Vlaamse regering dit vooraf overlegd had met de sector.”, zegt Maggie De Block. Maar de VVSG werd op geen enkel moment geconsulteerd.

Premier Wilmès nuanceerde later dat het om een mogelijkheid gaat en geen verplichting. Maar het voorstel zorgde wel voor ongerustheid:

“Wij begrijpen dat de maatregel genomen is vanuit een bekommernis om de eenzaamheid en het psychisch welzijn van de bewoners, maar wij willen nu kost wat kost het virus buiten houden”, zegt Rita Deville van Zorg Leuven.  

“Als we hierin meegaan, kunnen we niet meer instaan voor de gezondheid van onze bewoners én ons personeel, laat staan dat we de middelen hebben om bezoekers op een veilige manier te ontvangen”, zegt Filip Thyssen van Zorgpunt Waasland. Bovendien is het volledig onduidelijk hoe dit bezoekrecht in de praktijk georganiseerd moeten worden vulde Piet Vanwambeke van zorgbedrijf Meetjesland aan. 

De druppel

Onze woonzorgcentra zijn uiterst voorzichtig met wie ze toelaten. Zelfs mantelzorgers, huisartsen en vrijwilligers worden niet overal meer toegelaten om het risico op besmetting te minimaliseren. Met een voorstel dat goed klinkt, maar onvoldoende doordacht is, straf je bewoners en familie op de lange termijn harder. Een aantal woonzorgcentra getuigden dat ze na de aankondiging in allerijl een communicatie hebben opgemaakt dat bezoek toch niet is toegestaan. Dat nieuws meedelen is pijnlijk en zorgt voor verwarring:

“We vrezen dat we als boeman gezien gaan worden als we de maatregel in functie van de veiligheid van onze bewoners niet willen doorvoeren. Om bezoek terug te organiseren hebben we tijd nodig én beschermingsmateriaal.”, zegt Bart Michielsen van de Zorggroep Orion.

Koen Geens, minister van justitie, stelt dat we een midden moeten vinden tussen moed en angst. Maar moedig zijn betekent nu onze kwetsbare bewoners én medewerkers die tot het uiterste gedreven worden, beschermen. Voor veel publieke woonzorgcentra is dit de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen. Een tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen, onvoldoende testen, steeds wijzigende richtlijnen, logistieke capriolen, de confrontatie met overlijden en de angst voor een uitbraak voeren al weken de druk op. In het heetst van de strijd maatregelen invoeren alsof we een slag gewonnen hebben, is onverantwoord en gevaarlijk.

Voor het welzijn van bewoners

Woonzorgcentra geven vandaag het beste van zichzelf, in omstandigheden die allesbehalve evident zijn. Met een ongelofelijke gedrevenheid en een warm hart doen ze er alles aan om het ‘gewone leven’ te laten doorgaan. Maar om het welzijn van hun bewoners centraal te stellen, moet bezoek nog even wachten. Heel wat woonzorgcentra zoeken en vinden creatieve manieren om contact te houden met het thuisfront. Bewoners face-timen, skypen en bellen volop met hun familie, of kunnen gezellig bijbabbelen in een babbelbox. Maar fysiek bezoek is ook volgens hen nog niet aan de orde: "Persoonlijk vind ik het te vroeg... Ik zou het wel willen, maar dat gaat niet met die ziekte.", zegt Jeanne van woonzorgcentrum De Lisdodde (beluister alle getuigenissen op de website van de vrt).

Het is uiteraard de bedoeling om op termijn terug bezoek toe te laten, maar hoe dat moet gebeuren en wanneer, moet grondig doorgesproken worden. 

Intussen liet minister Beke weten dat woonzorgcentra nog geen bezoek moeten toelaten. De Vlaamse regering zal in overleg met de zorgsector en de Vlaamse taskforce bekijken wanneer en hoe het veilig en haalbaar is om bezoekers te ontvangen. Voor nu blijven de maatregelen zoals ze vandaag zijn, gelden.