Sinds 1 april 2024 zijn de voorrangsregels in de inkomensgerelateerde kinderopvang gewijzigd. Vanaf dan krijgen ouders voorrang wanneer ze

  • minstens 4/5de werken
  • of minstens 4/5de dagopleiding volgen met het oog op werk
  • of minstens 4/5de combinatie van werken en dagopleiding volgen met het oog op werk.

Dit is

  • een traject naar werk
  • een inburgeringstraject
  • een opleiding die leidt naar een onderwijskwalificatie.

Men noemt dit, in een aantal situaties, een ‘intensief traject’.

Gezinnen die dergelijk traject of opleiding volgen, kunnen daarvan een bewijs vragen. Met dit bewijs, hopen zij dan voorrang te krijgen bij een organisator kinderopvang. Het OCMW krijgt een belangrijke rol in het attesteren van dit ‘intensief traject’. 

Een organisator kinderopvang kan ook voor maximaal 10% afwijken van de absolute voorrangsregels in het belang van het kind. Ook hierin heb je een belangrijke adviesrol als medewerker van het OCMW.

Op dinsdag 24 september 2024 (14u-15u30) organiseerde de VVSG, samen met Opgroeien, een webinar. Dit webinar was bedoeld voor de maatschappelijk werkers/andere medewerkers bij het OCMW die ouders of gezinnen ondersteunen die nood hebben aan kinderopvang.

Om precies te weten hoe de regelingen zijn, raden wij je aan dit webinar te bekijken. Het geeft je onmiddellijk handvaten om aan de slag te gaan.

Hier vind je de opname van het webinar:

 

Deze ppt werd gebruikt:

 

Tijdens het webinar werden er een aantal vragen gesteld.

We hadden eerst de bedoeling om een FAQ hiervoor te maken, maar het leek ons handiger om hieronder enkele zaken op een rijtje te zetten en verder te verduidelijken.

De vragen die betrekking hadden op de interpretatie ‘intensief traject’, enz. werden onmiddellijk beantwoord. Het is wel zo dat elk OCMW daar zelf afspraken over kan maken. Vanuit de VVSG, raden wij dan ook aan binnen de sociale dienst dit te bespreken en bekijken.

Een goed contact tussen het OCMW en het lokaal loket kinderopvang is ook aangewezen. Het is nuttig om te weten van elkaar hoe de werking is, welke bewegingsruimte men heeft, enz.

En eventueel ook met de verschillende kinderopvangvoorzieningen in je gemeente. Op die manier, leer je ze, als OCMW-medewerker, beter kennen, weet je of ze wel of niet inkomensgerelateerd werken, of ze ook bijkomende voorrangsregels omtrent ‘trap 2’ en ‘trap 3’ hebben, enz.

Het huishoudelijk reglement van een organisator kan je altijd opvragen en staat in vele gevallen ook op hun website. Hier kan je de voorwaarden lezen die de organisator heeft opgesteld bij het niet naleven van een opvangplan of bij het stopzetten van de opvang en ook de manier van toewijzen van een plaats.

Ten slotte werden er ook heel wat vragen gesteld die betrekking hebben op de regelingen binnen kinderopvangvoorzieningen ‘trap 2’ en ‘trap 3’. Daarom willen we ze hieronder nog even op een rijtje zetten:

Wanneer mag een ‘organisator kinderopvang – inkomensgerelateerd’ (‘trap 2’)’ afwijken van de voorrangregels?

Een organisator kan afwijken voor maximaal 10% van alle kinderen die in de locatie opvangen worden. Dit aantal mag afgerond worden naar boven. Voor een locatie met minder dan tien kinderen is dit dus één kind. De afwijking is enkel mogelijk in het belang van het kind of door een gezondheids- of welzijnssituatie in het gezin. Voorbeelden: een kind uit een gezin waarbij een uithuisplaatsing dreigt of een kind waarvan de moeder ernstig ziek is en niet werkt.

Voor deze afwijking van de voorrang heb je een advies van een instantie die werkt met gezinnen nodig. Hieronder wordt een brede groep van organisaties verstaan die met gezinnen (samen)werken. bijvoorbeeld:

• het Lokaal Loket Kinderopvang

• organisaties die werken binnen de preventieve gezinsondersteuning (lokaal team Kind en Gezin, inloopteam Huis van het Kind, CKG, …)

• hulpverleningsaanbieders (CKG, CAW, OCMW, ...)

• trajectondersteuners uit de domeinen Werk en Integratie en Inburgering

 

Waar vind je  ‘trap 3 locaties’?

Een organisator kan bovenop de subsidie trap 2 (inkomensgerelateerde opvang) ook een plussubsidie of trap 3 subsidie ontvangen. De organisator is dan verplicht om kinderen uit een kwetsbaar gezin die voldoen aan bepaalde voorwaarden altijd voorrang te geven.

Voorlopig is de snelste manier om te zoeken naar locaties met de plussubsidie (trap 3) via de Excel ‘subsidietrappen per subsidiegroep’ op de website van Opgroeien. Opgroeien past de lijst regelmatig aan zodat de gegevens up-to-date zijn. Open de link. Op het einde van de pagina zie je deze kader. Klik vervolgens op het document ‘subsidietrappen per subsidiegroep’.

Als je de Excel hebt gedownload kan je filteren op je gemeente en in de kolom ‘subsidietrap per subsidiegroep’ zie je dan de locaties met trap 3 staan. 

Via de Kinderopvangzoeker kan je ook alle locaties in je gemeente vinden, maar dan moet je per organisator kijken of ze het kenmerk ‘Locatie met extra aandacht voor kwetsbare gezinnen’ hebben.

Ten slotte vind je, hier, een voorbeeld-attest dat je kan gebruiken om aan te geven dat een bepaalde persoon/bepaald gezin te situeren is in een intensief traject of voldoet aan een bijkomende voorwaarde (in het kader van de bijkomende 10% afwijking).

Dit is een eerste versie. Suggesties tot verbetering zijn zeker welkom en mogen gestuurd worden naar miet.remans@vvsg.be. Het is uiteraard ook mogelijk dat het attest moet aangepast worden omwille van gewijzigde regelgeving, enz.

 

Bij vragen, kan je je richten tot:

en bij de VVSG: