lokaal_20230401_20_werk.png
Provider image

OCMW’s zijn plekken waar sterk sociaal werk wordt verricht, maar ze hebben nog vaak – en onterecht – de perceptie tegen. Ook beginnende maatschappelijk werkers voelen en weten dat. Hun ervaringen zijn een goudmijn voor OCMW’s om in de toekomst mee nieuwe medewerkers aan te trekken. De VVSG richt daarom met een aantal van deze jonge starters een reeks werksessies in om hun eerste ervaringen in kaart te brengen. Ze wisselen waardevolle tips en feedback uit, die ook henzelf verder kunnen sterken in de eerste jaren van hun loopbaan. Wat zijn de indrukken en verwachtingen van de deelnemers en hun coaches bij de eerste bijeenkomst?


Vooraan + midden, van links naar rechts: Luna Everaert, OCMW Brugge .  Marlies Vincke, OCMW Brugge . Louise Vanden Abeele, OCMW Brugge .  Louise Brahm, OCMW Grimbergen .  Lisa Barbé, OCMW Merelbeke . Silke De Boever, OCMW Maldegem . Katrien De Potter, OCMW Geraardsbergen . Kirsten Dewaelheyns, VVSG
Achteraan, van links naar rechts: Pascal Roskam, Hogent . Joeri Brisaer, OCMW Halle . Mathieu Devos, OCMW Brugge . Amber Cardoen, OCMW Wevelgem . Jasha Van Landschoot, OCMW Maldegem . Werner De Wael, VVSG

Jasha Van Landschoot van OCMW Maldegem hoopt door het delen van haar ervaring vooral bij te dragen tot een correctere beeldvorming. ‘Er bestaan nog veel misvattingen over maatschappelijk werk bij het OCMW die niet stroken met mijn beleving als startende sociaal werker. Daar hoop ik hier toch wat verandering in te kunnen brengen. Wij worden ook beter ondersteund dan veel mensen lijken te denken.’ Haar collega Silke De Boever knikt en vult aan: ‘Wat ik ook belangrijk vind is dat we een signaal geven naar de opleidingen sociaal werk. In de opleiding waarin ik pas ben afgestudeerd, kwam het OCMW eigenlijk zo goed als niet ter sprake. Werd het wel vermeld, dan toch met een negatieve bijklank. Het OCMW zou meer aangehaald en positiever belicht moeten worden, het is toch een van de grootste werkgevers binnen de sector van het maatschappelijk werk. Ik hoor ook graag hoe collega’s uit andere lokale besturen hiernaar kijken.’ Joeri Brisaer van OCMW Halle zet dan weer zijn eerste stappen als maatschappelijk werker na een opleiding in sociaal-cultureel werk. ‘Ik ben nog heel zoekende, alles was voor mij onbekend,’ zegt hij. ‘Ik wil hier aan de groep mijn ervaringen als starter in de voorbije maanden meegeven en ook vertellen welke moeilijkheden ik daarbij heb ondervonden, zodat die in de toekomst misschien nog beter kunnen worden opgevangen.’

‘Ik vind het boeiend om samen te zitten met andere sociaal werkers, te horen hoe zij zijn gestart en hoe zij dat beleven,’ vertelt Amber Cardoen van OCMW Wevelgem. ‘Ik kijk ernaar uit om hier toch een beetje mee het netwerk uit te bouwen waarbinnen we naar elkaar kunnen luisteren en te rade kunnen gaan bij collega’s, om ons werk goed te kunnen aanpakken.’ Louise Van Den Abeele van OCMW Brugge wijst nog op de grote hoeveelheid nieuwe informatie die beginnende maatschappelijk werkers ineens te verwerken krijgen. ‘Als je van de collega’s hoort hoe zij die beginfase hebben doorgemaakt, helpt je dat om uit te maken of dat een positieve evolutie is of niet,’ bedenkt ze. Katrien De Potter (OCMW Geraardsbergen) is al benieuwd naar de verschillen tussen de OCMW’s en de manieren waarop sociaal werkers omgaan met hun werk. ‘Wetgeving is één ding, maar hoe je ze interpreteert en effectief toepast is iets anders. Ik vind het verrijkend dat we verschillende benaderingen van elkaar te horen krijgen.’

Pascal Roskam is bij de groep betrokken als extern expert, hij geeft les in personeelsbeleid bij de bacheloropleiding sociaal werk aan Hogent. ‘Jonge afgestudeerden enthousiast krijgen om voor een OCMW te gaan werken is de grote uitdaging,’ vindt hij. ‘Vanuit mijn achtergrond weet ik dat je bij een OCMW in de eerste lijn heel veel goeds kunt doen voor mensen die hulp nodig hebben, alleen is dat niet altijd duidelijk voor studenten. Je hoorde het hier al van anderen, en voor mij was dat ook de aha-ervaring vandaag: het OCMW komt in de opleidingen te weinig in positieve zin aan bod. De regelgeving en de “gestelde lichamen”, zeg maar, wegen daar door in het beeld dat we overbrengen, terwijl we meer zouden moeten benadrukken hoeveel je bij het OCMW kunt betekenen in het emanciperen van mensen.’

Voor de initiatiefnemers en begeleiders van de sessies, VVSG-stafmedewerkers Kirsten Dewaelheyns en Werner De Wael, vormen de beginnende OCMW-sociaal werkers een zeer interessante doelgroep, net omdat ze in de zone tussen ‘student-af’ en ‘pas gestart’ zitten. Zij passen samen met de deelnemers methodieken van servicedesign toe om nuttige inzichten te verwerven die de toekomstige dienstverlening van lokale besturen ten aanzien van sociaal werkers beter kunnen maken. ‘De ervaringen van deze jonge mensen zijn voor ons belangrijk,’ legt Kirsten Dewaelheyns uit, ‘we willen daaruit putten – de deelnemers weten dat ook – om uiteindelijk de instroom, de stages, de aanwervingsprocedures bij OCMW’s te verbeteren. In een eerste fase luisteren we en proberen we maximaal te capteren en aan te voelen wat er speelt, wat er scheelt, wat er goed loopt.’ ‘De bijeenkomsten kaderen in een groter verhaal,’ pikt Werner De Wael in.

‘Enerzijds hebben OCMW’s het heel moeilijk om sociaal werkers te vinden, anderzijds horen we – trouwens ook van sociaal werkers die al een tijdje aan het werk zijn, maar niet bij een OCMW – dat het OCMW niet meteen wordt gepercipieerd als een aangename werkomgeving. Vandaag bekijken we die beeldvorming wat beter. Zaken die echt niet goed lopen, gaan we niet verbloemen. Maar we stellen wel vast dat het beeld dat sociaal werkers kunnen schetsen nu ze al een aantal maanden aan de slag zijn, veel genuanceerder, rijker en ook positiever is dan het negatieve narratief over OCMW en eerstelijns sociaal werk dat voor een groot deel werd gepresenteerd tijdens hun opleiding.’

‘In een volgende sessie hanteren we de techniek van de customer journey en doorlopen we in detail de stappen die de jonge sociaal werkers hebben gezet om uiteindelijk aan de slag te gaan bij het OCMW,’ rondt Kirsten Dewaelheyns af. ‘Wat zijn precies de triggers die iemand over de streep halen om bij het OCMW te gaan solliciteren? Uit deze oefening willen we ook zaken teruggeven aan de deelnemers, hun stimulansen bieden om verder te groeien in hun werk. Belangrijk is nog dat wat we bespreken, vertrouwelijk blijft. We gaan buiten deze groep nooit lokale besturen specifiek bij naam noemen en viseren met tips om hun werking te verbeteren, bijvoorbeeld. De bedoeling is wel dat elk lokaal bestuur uit de resultaten van ons werk achteraf inspiratie en instrumenten kan halen.’ —

 

Pieter Plas is hoofdredacteur Lokaal
Voor Lokaal 04 | 2023

Met vragen over dit en soortgelijke vormingsinitiatieven kun je terecht bij werner.dewael@vvsg.be