Estland.png
Provider image

Toen Estland in 1991 opnieuw onafhankelijk werd, startte het vanaf dat moment met de ontwikkeling van geavanceerde en geïntegreerde e-services op basis van een gloednieuwe infrastructuur. Zo lanceerden ze in 2005 onder andere een proefproject rond e-voting of i-voting voor de gemeenteraadsverkiezingen.

De digitalisering in Estland

Burgers hebben een volledig digitale identiteit dankzij hun ID-kaart.

De Estse identiteitskaart is tevens een smartcard die zowel veilige verificatie op afstand als wettelijk bindende digitale handtekeningen mogelijk maakt. Met een pincode en een kaartlezer kan je inloggen in het systeem. Eenmaal ingelogd heeft de burger toegang tot al zijn data en kan hij ook nagaan wie deze data heeft geraadpleegd.  Die digitale identiteit is de sleutel tot alle digitale dienstverlening van de overheid, maar ook tot private diensten zoals het elektronisch bankieren, het boeken van reizen,... Tevens kan je de ID-kaart ook gebruiken als lidkaart of abonnement voor de bib, het openbaar vervoer,...

Estland heeft een generieke digitale infrastructuur ‘X-Road’.
Deze werkt volgens open standaarden en bevat een aantal basisregisters. Doordat de infrastructuur geënt is op open standaarden is maximale gegevensdeling tussen de verschillende overheden en private instellingen mogelijk. Alle online diensten zijn aangesloten op dat ene overheidsportaal.  Zo is er een bevolkingsregister met gegevens van elke inwoners. Inwoners van Estland kunnen dat register zelf inzien en corrigeren. Er is ook een e-businessregister met informatie over alle bedrijven en non-profitorganisaties. Dat register bevat ook informatie over de financiën van een bedrijf en de mensen die er werken. Ondernemers kunnen er vanop afstand snel en tevens volledig digitaal een nieuwe onderneming starten. Een derde register is DigiDoc, een centrale opslag voor documenten waar je als inwoners ook zelf documenten kan plaatsen.

Estland past zijn regelgeving en processen aan.

Deze worden zo aangepast zodat digitale dienstverlening maximaal mogelijk wordt. Zo is de elektronische handtekening al sinds 2000 wettelijk bindend in Estland.

Enkele tips

1. Samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus is enorm belangrijk.

De reden dat de digitale dienstverlening in Estland zo goed werkt (naast de technologische vernuftigheid van de systemen) is het feit dat álle dienstverlening vanuit zowel de centrale als de lokale overheid gecentraliseerd wordt en geïntegreerd is in één digitaal portaal. In Vlaanderen hebben we ook een aantal toepassingen, die weliswaar in verschillende slagorde worden geïntroduceerd, ebox, ItsMe, Mijn burgerprofiel.. het zal zaak zijn om al die verschillende bouwstenen samen te brengen in één digitale toepassing. Hiervoor is goede coördinatie, samenwerking en een gemeenschappelijke visie en strategie vanuit de centrale overheden essentieel.
 

2. Durf starten.

In Estland is men ook begonnen met een experiment rond de gemeenteraadsverkiezingen in 2005. Er zullen altijd kritische stemmen en vraagtekens zijn bij de opstart van nieuwe systemen (wat met de cyberveiligheid van systemen, wat met mensen die digitaal minder geletterd zijn…) Het is pas door een experiment op te zetten dat we werkelijk kunnen testen hoe we best tegemoet komen aan die knelpunten. Eén of meer lokale besturen zouden kunnen dienen als proeftuin hiervoor. Met het organiseren van verkiezingen gaan veel kosten gepaard, ook voor de lokale besturen. Er hangt hier een grote organisatie en administratieve rompslomp aan vast. Er is ook een impact op het milieu: verplaatsingen om je naar het lokaal bureau te geven, het drukken en verzenden van oproepbrieven… Lokale besturen zijn daarom vragende partij om de verkiezingen op een efficiëntere manier te kunnen organiseren.

3. Radicaal digitaal hoeft niet als een radicale beslissing te worden aangevoeld door de burger. 

Ook al hebben burgers vele mogelijkheden om digitaal alles te regelen, toch is dat geen noodzaak in Estland. Je kan je bijvoorbeeld nog steeds naar het stemhokje begeven.  Digitale tools en nieuwe technologieën kunnen ruimte creëren voor meer menselijk contact en een meer persoonlijke benadering voor wie daar nood aan heeft.