De bevoegdheid om inrichtingen te erkennen voor het gegroepeerd slachten van dieren voor particulier huishoudelijk verbruik, vermeld in art. 16, par. 2, van de wet 14.08.1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, wordt gedelegeerd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn.