Auteur:

Gepubliceerd op: 22-12-2023

Op 21 december heeft het parlement de wetswijziging "kmo-toegang in het kader van overheidsopdrachten" goedgekeurd. Deze wetswijziging heeft als doel het bevorderen van de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen en zelfstandige ondernemers (kmo's en zko's) tot overheidsopdrachten.
 

Op 8 januari 2024 is deze wet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, dit wil dus zeggen dat sommige bepalingen een retroactieve werking hebben.

De VVSG betreurt dat de stem van de lokale besturen hierin te weinig gehoord is. Via de Commissie voor de Overheidsopdrachten en in de Senaatscommissie voor Transversale aangelegenheden hebben we onze stem laten horen. Jammer genoeg heeft de wetgever hier niet voldoende rekening mee gehouden. Hoe nobel het doel achter de wetswijziging ook is, komt de administratieve last wederom terecht op de schouders van de (lokale) aanbesteder.

Wat wijzigt er:

Toekennen voorschotten verplicht

In eerste instantie worden de mogelijkheden om voorschotten toe te kennen aan ondernemers uitgebreid en meer nog, voor vele aanbesteders wordt dit zelfs verplicht.

Voor de lokale besturen zal het toekennen van voorschotten verplicht worden. Lokale besturen zullen een voorschot van minstens 5% moeten betalen als de opdrachtnemer een kmo is, 10% als de opdrachtnemer een kleine onderneming is en 20% als het om een micro-onderneming gaat.

Voor lokale besturen betekent dit dat ze vooruit moeten denken, anticiperen op het type ondernemingen dat zal inschrijven op opdrachten en hun budgetten moeten aanpassen om deze verplichte voorschotten te accommoderen. Het is een verschuiving in het betalingsmoment.
 

Biedvergoeding voor niet winnende voorstellen

De tweede grote wijziging bevindt zich op het vlak van het toekennen van een biedvergoeding. De aanbesteder zal een biedvergoeding moeten toekennen aan inschrijvers wiens voorstel niet het winnende is, als zij intellectuele of creatieve inspanningen hebben moeten leveren om hun offerte in te dienen.

Bij een aantal plaatsingsprocedures geldt deze verplichting echter niet omdat het een onaanvaardbaar hoog budgettair risico met zich zou meebrengen. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn bij de openbare procedure, de aanbesteder heeft hier niet zelf in de hand hoeveel offertes er zouden binnenkomen, zij kunnen deze niet inperken. Het bepalen van de hoogte van deze vergoeding wordt overgelaten aan de aanbestedende overheid.
 

Positie van de inschrijver verplicht meegeven

​De laatste grote wijziging betreft deze wet voor onze lokale besturen: de verplichting om de positie van de inschrijvers mee te delen na de opening​ van de offertes. Dit zou een grotere transparantie naar de inschrijvers moeten geven, zij kunnen op die manier een beter beeld krijgen of ze de opdracht zouden kunnen binnenhalen zodat zij in hun planning al kunnen rekening houden met deze opdracht.

Deze verplichting is er alleen als prijs het enige gunningscriterium is en voor openbare en niet-openbare procedures onder de Europese drempel. Het gevaar bestaat erin dat inschrijvers dit klassement al voor waar aannemen, terwijl deze rangschikking in de praktijk nog kan wijzigen. Het klassement kent met andere woorden geen rechten toe aan de inschrijver.
 

Meer weten? Bekijk zeker het bericht van de FOD BOSA en de samenvatting van de wet door het Facilitair Bedrijf.

Assia Van Brandt